P. D. de Vos, geschiedschrijver en archivaris door drs. J. P. J. Lokker en H. Uil De geschiedschrijver (door drs. J. P. J. Lokker) „Met langzame regelmaat kraste de kroontjespen over het papier. De stapels boeken en do cumenten lagen keurig gerangschikt over een deel van de grote ronde tafel die in het midden van de kamer stond. Het enige lichtpunt was een kleine petroleumlamp met een groene kap die een onduidelijk schemerlicht over de tafel verspreidde. De lamp mocht vooral niet te hoog gezet worden omdat oom Piet een welhaast panische angst had voor brand. Eens had hij het bestaan om pardoes een emmer water in de kachel te smijten omdat deze naar zijn zin te fel brandde Buiten gierde een harde wind door de lege straten van Zierikzee en oom Piet had dan ook eerder op de avond al aangekondigd dat als het de volgende dag nog steeds zo zou waaien hij niet naar het stadhuis zou gaan. Er zou eens een dakpan op je hoofd kunnen vallenMoe die tegenover oom Piet bezig was met verstelwerk wierp voorzichtig tegen dat het zo'n vaart niet zou lopen maar oom Piet besloot het gesprek door op barse toon te verklaren: 'k gae nie, ze kunne döödvöle". Als oom Piet niet op het stadhuis werkte, omdat het weer niet toeliet over straat te gaan of (Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Gemeente Zierikzee. Histon'sch-topografische atlas). 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 71