Noten: 1. P. D. de Vos, Uit Schouwen en Duiveland's verleden. Deel I, Zierikzee 1902, p. 27. 2. P. J. Meertens, Pieter Dignus de Vos, uit: Meertens over de Zeeuwen, Middelburg 1979, p. 418. 3. J. J. Westendorp Boerma en C. A. van Swigchem, Zierikzee vroeger en nu, Bussum 1972, p. 78. 4. J. Romein, Carillon der tijden, Amsterdam 1953, p. 148. 5. P. D. de Vos, De lotgevallen van een oud huis te Zierikzee, Zierikzee 1904; ook verschenen in: P. D. de Vos, Oude patricische woonhuizen en geslachten te Zierikzee. Zierikzee 1905, p. 50. 6. P. D. de Vos, Borrendamme. uit: Uit Schouwen en Duiveland's verleden, Deel I, Zierikzee 1902. Geraadpleegde literatuur Het werk van De Vos - zie de „lijst der geschriften" in het artikel over De Vos van P. J. Meertens, verschenen in het boek „Meertens over de Zeeuwen", en verspreide aantekeningen uit de schriftelijke nalatenschap van J. M. J. Lok ker. De archivaris (door H. Uil) In 1891 kwam P. D. de Vos als volontair op het Zierikzeese stadhuis. Reeds het jaar daarop werd hij benoemd tot tijdelijk tweede commies. In 1895 werd hij bevorderd tot commies griffier en was daarmee tevens loco-gemeentesecretaris. De oude archieven op het Zierikzeese stadhuis hadden al spoedig zijn warme belangstelling. Voorzover de werkzaamheden op de secretarie en zijn vrije tijd dat toelieten, speurde hij in de papieren schatten, die her en der door het stadhuis verspreid lagen. De toestand waarin de archieven zich bevonden was verre van optimaal. Nadat vanuit de ge meenteraad herhaaldelijk hierop was aangedrongen, kwam het in 1898 tot definitieve plan nen om verbetering in de toestand te brengen. Op voorstel van gemeentesecretaris Jan Snellen werd besloten het westelijk deel van de Schutterszaal in het stadhuis in te richten als archiefbewaarplaats. De Vos, die zich inmiddels een zekere faam had verworven als ken ner van het Zierikzeese verleden en zijn archieven, was de aangewezen man de ordening op zich te nemen. Wegens de drukke werkzaamheden op de secretarie kon het werk in dienst tijd niet gebeuren, maar De Vos verklaarde zich bereid het werk te verrichten in zijn avond uren tegen een geldelijke vergoeding. In de loop van 1899 begon De Vos met de ordening van de Zierikzeese archieven, waarbij hij allereerst zijn aandacht richtte op de omvangrijke verzameling charters, waarvan de oudste uit 1275 dateert. De ordening van deze verzameling staakte hij in 1900 om verder te werken aan de ordening en beschrijving van de nog omvangrijker collectie schepenbrieven (gezegelde akten, gepasseerd voor schepenen van Zierikzee) over de periode 1300-1801, die hij verwijderde uit de verzameling charters. In 1900 verwierf Zierikzee een uiterst belangrijke schenking uit de boedel van wijlen jhr. W. M. H. De Jonge. Deze vele strekkende meters omvattende aanwinst, voor een groot deel bestaande uit stukken oorspronkelijk afkomstig uit het stadsarchief, gaf De Vos zoveel werk, dat de ordening van de archieven slechts langzaam vorderde. Niettemin lukte het hem nog in 1900 en 1901 grote gedeelten hiervan te ordenen. Gemeentesecretaris Snellen had berekend dat de ordening twee a vier jaar in beslag zou gaan nemen, maar van deze ra ming kwam weinig uit. Door de steeds toenemende werkzaamheden op de gemeentesecre- 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1982 | | pagina 75