Henri Bakker en de eerste vliegdemonstraties
te Oosterland
door K. J. Sijsling
Bakker, de leerling
In het begin van de twintigste eeuw slaagden de in Amerika wonende gebroeders Wright er
in met een machine, zwaarder dan lucht te vliegen. Vrij algemeen worden zij beschouwd als
de uitvinders van het vliegtuig. Graaf de Lambert, een van hun leerlingen, kwam in 1909
vanuit Frankrijk naar Nederland en liet op 27 juni van dat jaar te Etten in Noord-Brabant
zijn vliegkunst zien tijdens een demonstratie van ongeveer 3 minuten.
Deze eerste vlucht in Nederland was voor de in Breda wonende dokter Bossers en enige in
dustriëlen aanleiding om in een vergadering op 29 december 1909 te besluiten over te gaan
tot de oprichting van de „Eerste Nederlandsche Vliegvereeniging", die o.a. ten doel zou
hebben vliegdemonstraties te houden en aspirant-vliegers op te leiden. Midden 1910 lukte
het hun een groot heideveld in de nabijheid van Gilze-Rijen te pachten en de Engelsman
Archer aan te trekken als piloot, ook wel aviateur genoemd in die dagen, en als instructeur.
Men kocht in Frankrijk Blériot-eendekkers, vliegtuigen van het zelfde type als waarmee Blé-
riot het Kanaal was overgestoken in 1909. Nadat Archer te Gilze-Rijen en Twello de
monstraties had gegeven, die overigens niet konden tippen aan de prestaties die Clément
van Maasdijk en Jan Olieslagers dat jaar in andere plaatsen in Nederland leverden, ging de
Engelsman zich in oktober 1910 toeleggen op de instructie van drie leerling-vliegers, te we
ten: Adriaan Mulder, Jan van Bussel en Henri Bakker.
Laatstgenoemde werd op 15 februari 1878 te Den Bosch geboren. Bakker was een zeer
sportief figuur, die vele eerste prijzen veroverd had bij het schaatsenrijden en die ook op de
motor zijn mannetje stond. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij werd aangestoken
door de vliegkoorts, die toen in Europa heerste, en zich bij de Eerste Nederlandsche Vlieg
vereeniging te Gilze-Rijen aanmeldde. Spoedig kreeg hij met hulp van Archer het vliegen
onder de knie en op 13 februari 1911 had hij, direkt na Mulder, al de vluchten die nodig wa
ren om het brevet te verkrijgen gemaakt. Het brevet werd hem door de Nederlandsche Ver-
eeniging voor Luchtvaart op 7 april van dat jaar uitgereikt.
Bakker, de volleerde aviateur
Bakker ging weldra naam maken in luchtvaartkringen. Hij en de bouwkundige B. C. Moer-
koert werden op 15 mei 1911 benoemd tot direkteuren van de op die dag te Ede opgerichte
Nederlandsche Aviateurs Maatschappij „De Condor", terwijl de op 19 december 1884 te
Dongen geboren H. A. A. Kanters, die van beroep technicus was en die als leerling-vlieger
te Ede en Soesterberg al korte vluchten had gemaakt, direkteur-administrateur werd.
Bakker kocht direkt in Frankrijk een tweepersoonsvliegtuig, dat hij de Condor 1 noemde.
Het was een eendekker van het type Blériot 11 bis met een Gnöme-motor van 50 paarde-
kracht. Het vliegtuig, dat een snelheid van 90 km/uur kon halen en dat zonder piloot onge
veer 350 kg woog, kon zonder tussenlanding 3V2 uur vliegen. Met dit voor die tijd moderne
apparaat ging Bakker naar zijn geboortestad Den Bosch, waar hij in juni en juli demonstra
ties gaf die door een ieder geroemd werden.
91