,,De mens aan het werk is één met de natuur. Dit woord van vuur is het geloof van mijn kerk". Vele etsen uit die jaren kwamen gedurende de lange winteravonden tot stand. De onderwer pen daarentegen hadden vaak een zomers karakter (,,De drinkende maaier". Het „zeis- scherpen". Het „ploegen", „Rust bij het ploegen"). De voorstudies hiervoor waren dan 's zomers gemaakt, in de vorm van tekeningen, figuurstudies of zeer summiere, impressio nistische olieverfstudies waarin de compositie (soms het resultaat van een plotselinge en sterke inspiratie) was vastgelegd. B.v. voor „Schaften op den deel" of „Het zeisscherpen" zijn zulke olieverfstudies gemaakt, op blijde zomerse dagen. Hij zorgde ervoor, dat hij dan naar buiten kon, zonder dat hij ooit zijn werk als ambtenaar zou verwaarlozen. Daar was hij te nauwgezet en te eerlijk voor! Nee, uit eigen zak betaalde hij dan een klerk, die zijn plaats op het kantoor innam. Tarwesnijden te Westenschouwen. Afgebeeld zijn o.a. Biene en Leendert van der Klooster. W. J. Dingemans Sr. Op 3 december 1903 treedt mijn vader in het huwelijk met Henriëtte Numans. Ook zij was op de Haagse academie geweest - maar niet in dezelfde tijd - en zij had daar de opleiding voor de middelbare akte tekenen gevolgd. Schilderlessen had zij gehad van H. O. van Thol en vooral van de zeer bekende en uitne mende colorist Akkeringa. 109

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 111