Als kinderen hadden mijn ouders elkaar al wel eens ontmoet tijdens vakanties in Lochem.
waar mijn moeder logeerde bij haar grootouders Willet en in Den Haag werd het contact
tussen beide families weer hernieuwd. Hun huwelijk maakte voor mijn vader een verande
ring van woonplaats noodzakelijk. Enige promotie en wat meer salaris moesten aan het
kunstenaarsbestaan een vaste ondergrond geven.
De keuze viel op Nieuwkoop, een aantrekkelijk dorp, omdat het toen een bekend schilders
centrum van de Haagse School was. De nestor was de oude J. H. Weissenbruch, in dat jaar
1903 op 79-jarige leeftijd overleden. Ook P. J. C. Gabriel overleed nog in hetzelfde jaar.
Deze twee waren centrale figuren uit de Haagse school". Ook andere bekende figuren uit
die richting, zoals b.v. Willem Roelofs, Anton Mauve en Joseph Israëls, waren - getuige hun
werk - vaak in Nieuwkoop of het nabij gelegen Noorden geweest om daar de plassen te schil
deren. Een bekende en permanente inwoner van Nieuwkoop was de ..oude" Roermeester
(1844-1936), die nog behoorde tot de generatie van Israëls c.s.; ook Willem Weissenbruch
was ouder dan mijn ouders. A. J. van Driesten, G. Altman en Kees Vreedenburgh waren
daarentegen jonger.
Zij zouden vaste bezoekers worden, al was het alleen al om figuur - en model te tekenen in
het ruime atelier. En Vreedenburgh kwam geregeld zijn etsjes drukken op mijn vaders pers.
Atelier van fam. Dingemans ca. 1906.
Waalko Dingemans en zijn vrouw.
110