Intussen wordt er met man en macht gewerkt aan het herstel van het eiland. Op 24 februari
is het gedicht op de voorpagina opgedragen aan alle redders die zonder schroom hun leven
hebben ingezet om te helpen waar dat nodig was.
Ze zagen geen gevaar
Al was dat nog zo groot;
Ze hadden slechts één doel:
Te redden uit de nood.
De gedichten in de maand maart geven ons een indruk van het leven van alledag zoals dat
langzamerhand weer op gang kwam in het rampgebied. Vaak gaat het over „bijzondere"
maatregelen die getroffen moesten worden, zoals de drinkwatervoorziening en de herinvoe
ring van de „tonnetjes", of over de markante figuur van de omroeper die in deze tijd weer
dienst deed. Hij „toeterde" het nieuws uit en maakte de bewoners attent op de aanvoer van
bepaalde levensmiddelen of kleding. Soms was er een kritische noot „De beste stuurlui
staan aan wal": een terechtwijzing aan al diegenen die alleen maar kritiek hadden op de
voortgang van herstelwerkzaamheden en zelf niets deden.
De ontstellende werkelijkheid van de Ramp blijkt vooral uit het gedicht „Begraafplaats op
Zijpe", dat op 6 mei 1953 geplaatst wordt. In het hele land heeft men op 4 mei de slachtof
fers uit de Tweede Wereldoorlog herdacht. Zeeland herdenkt tegelijkertijd de slachtoffers
van de Ramp. Aangrijpend zijn de beginregels van het genoemde gedicht:
„Hier gaf de wrede zee
wat zij geroofd had weder
En zamelde de Dood
èn man èn vrouw èn kind;
En legde in één graf
die droeve last hier neder.
Dan blijft het enige tijd stil. Er verschijnt tot september van dat jaar in de Zierikzeesche
Nieuwsbode nauwelijks poëzie. Wel treffen we op 19 juni een ingezonden eerbetoon aan
..„drinkwater-voorziening....
Eppo Doeve, Elseviers Weekblad. 14 februari 1953.
9