Noten 1. Later, ir. F. C. J. Dingemans, architect B.N.A. (1905-1960). Voornamelijk bekend door zijn stedebouwkun dig werk te Maastricht. Zijn originaliteit kwam vooral naar voren, door direct na de oorlog zijn plannen tot complete sanering en restauratie van het Stokstraatkwartier langs de Maasoever in de oude stad met groot succes tot uitvoering te brengen. Na zijn Delftse studie werkte hij op de bureaus van Brinkman en van der Vlugt in Rotterdam tijdens de Van Nelle-periode. Daarna bij W. M. Dudok als zijn assistent tijdens de bouw van het Raadhuis te Hilversum. In 1928 vestigde hij zich als zelfstandig architect te Haarlem/Heemstede en heeft zich ook voor de oorlog als ar chitect op het eiland kenbaar gemaakt. Hij ontwierp verscheidene privé huizen o.a. voor de familie van Cit- ters te Burgh. Restauratiewerk o.a. de kerk te Haamstede, het trapgeveltje in „den Zwarten hoek" te Burgh. Restauraties van de kerken in Renesse. Noordgouwe, Zierikzee; de Noord- en Zuidhavenpoort te Zierikzee werden voor Monumentenzorg in studie genomen. In Renesse werd begonnen doch de oorlog zou tot dit al les een halt toeroepen. In 1940 werd hij benoemd tot directeur Gemeentewerken en Stadsarchitect van Maastricht. 2. Later ir. P. H. Dingemans. architect B.N.A. (1910-1970). Deze werkte aanvankelijk als architect voor de ge meente Utrecht. Na de oorlog zou hij een zelfstandig bureau oprichten, de restauratie van de kerk te Renesse voltooien, in Burgh de toren van de N.H. kerk reconstrueren, zoals deze voor de brand van 1924 was geweest. De restau ratie van de Nieuwe Kerk te Zierikzee werd ter hand genomen. In de loop der eerste jaren na de oorlog werd die hele rij woningwet-woningen voor de gemeente Burgh. aan de Weeldeweg gebouwd. De herbouw van het hotel Het Wapen van Burgh, een eerste bankgebouw in de gemeente Haamstede aan het begin van de Hoge- zoom. Veel en belangrijk werk is natuurlijk buiten het eiland gedaan. Hij bleef gevestigd te Utrecht, werkte veel samen met Maastricht. Na 1960 kwam ook het bureau Maastricht onder zijn leiding. Beide broers hadden een zoon die het beroep der vaders voortzetten resp. te Maastricht en Utrecht. 120

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 122