Verder...
Nu ziet het leven ons weer aan,
En zegt: We moeten verder gaan,
De nood begint te wijken.
De hulp is groot en uitgebreid,
Wie in gevaar zat is bevrijd
Men dicht alweer de dijken.
We hebben ernstig hen herdacht,
Die stierven, eenzaam, onverwacht
Te midden van hun werken.
We bogen onze hoofden diep,
Toen 't rouw gebed ons samenriep
In alle, alle kerken.
Gevoel gaat soms zo snel voorbij.
Maar, Nederland, treedt niet opzij,
Bij 't voortgaan van de dagen,
Wanneer de dingen van de tijd,
Met koele, strakke nuchterheid,
Opnieuw de aandacht vragen.
Geef in het huisje aan de dijk
Geregeld van Uw liefde blijk.
Aan weduwen en wezen,
Die in hun levensboek, zo bang,
Eén bladzij, heel hun leven lang.
Gaan lezen en herlezen...
Vergeet ze niet, vergeet ze nooit,
Laat niemand arm zijn of berooid,
Na deze rampgevaren.
Ontplooi Uw steun voor 't waterland,
Behoud de ware, echte band.
Reik zwakken telkens weer Uw hand,
Ook in de loop der jaren!!
KROES
Zierikzeesche Nieuwsbode (ZN.), 13 febr. 1953
Schouwen-Duiveland
Ons eiland zal niet ondergaan,
Wij blijven er voor vechten.
Hoe fel de stormvloed ons mag slaan,
Wij laten ons niet knechten.
Al staat het water nog zo hoog,
Straks malen wij de polders droog.
Der Zeeuwen kracht zal blijken
Uit de herstelde dijken.
Al zijn we allen arm, berooid,
De wilskracht is gebleven.
En die is sterker nu dan ooit;
Zij zal ons nooit begeven.
Wij heffen fier omhoog de kop
En werpen nieuwe dijken op.
De Zeeuw zal niet versagen;
Zijn lot manmoedig dragen.
Z.N. 27 febr. 1953
Eppo Doeve, Elseviers Weekblad. 14 februari 1953.
12