keer was door de voor „de liekstaosie" uit lopende veldwachter gemaand tot stoppen, waar de stoet langs kwam waren de gordijnen of de luiken gesloten. Mensen, welke nog op straat waren, bleven stilstaan, namen devoot pet of hoed af en hielden deze voor de borst tijdens het langskomen van de stoet, het dorp maakte een verlaten, enigszins lugubere indruk. Een uur voor de begrafenis luidde de klok gedurende een kwartier. In die tijd ging de fami lie naar het sterfhuis. Een half uur voor de begrafenis luidde de klok weer een kwartier, dan gingen de mensen die „te lieke" genodigd waren naar binnen. Bij de aanvang van de begra fenis luidde men continue tot de stoet weer op het sterfhuis terug was. In sommige dorpen werd ook wel één keer gedurende een half uur voor de begrafenis geluid en dan tijdens het begraven. Het fraaie hek voor de begraafplaats te Burgh. In de gietijzeren palen zijn diverse symbolen betrekking hebbend op het sterven verwerkt. (foto: M. K. Buth). De klokkenluider hield vanuit de kerk de begrafenis in de gaten. Wanneer het sterfhuis in een straatje voor de klokkenluider onzichtbaar was, dan liep de veldwachter door naar een hoek van de straat en gaf de klokkenluider een sein dat de laatste begrafenisgast het sterf huis weer binnenging, het luiden kon dan beëindigd worden. In Brouwershaven gebeurde het ongeveer twintig jaar geleden, dat tijdens het begrafenislui- den, na een enorme bons en gekraak, een plotselinge doodse stilte optrad: men had de kle- 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 39