„Opgaan, blinken en verzinken" van de Zierikzeese oesterkweek en -handel door J. Schot BWz. Na de bedijking in 1468 schijnen de bewoners die in de eerste helft van de 16e eeuw het dorp ,,Oost-Duiveland" (Bruinisse) bewoonden, reeds vroeg de visserij op oesters en mos sels te hebben beoefend. Ditzelfde gold voor Zierikzee, en misschien al veel vroeger. Bij een vergelijking met een plaats als bijvoorbeeld Yerseke, nu overal bekend als centrum van deze cultures, valt op dat Zierikzee en Bruinisse vanuit het eiland Schouwen en Duiveland reeds eeuwenlang de schelpdierenvisserij beoefenden, toen Yerseke nog een onbeduidende vlek was in het Zuid-Bevelandse land met in 1860 niet meer dan 800 inwoners. In de eerste plaats dient vermeld te worden dat de oesters reeds voorkwamen in de Pre historie. De vele fossiele oesterschelpen, die nog heden worden gevonden, bewijzen dit. Maar ook de eerste mensen die aan onze kusten hebben gewoond, zullen oesters hebben gegeten wanneer zij bij een sterke oostenwind, als het water laag was, de kans kregen deze op te rapen. Daar is echter de handel in oesters niet mee bewezen. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 43