Een bijdrage tot de geschiedenis van de verloskunde in Zierikzee (deel 3, slot) door Dr. C. M. van Hoorn In de eerste twee gedeelten van deze verhandeling hebben wij ons in hoofdzaak beperkt tot een opsomming van de opeenvolgende reeks vroedvrouwen, vroedmeesters en doctores obstetriciae hier ter stede, in het kader van de historische ontwikkeling. Hierbij werden niet vermeld enige gebruiken, die toch in het totaalbeeld zouden hebben gepast. Enkele, zoals het bij een moeilijke geboorte met het bekkengedeelte van de barende over de knie leggen van de kraamheer, en de ..schudsters", die de zwangere op hun knieën namen om het kind ,,los te schudden", zijn hier misschien ook geweest, maar daarover ontbreken concrete ge gevens, evenals over de verdachtmaking op toverij of hekserij door vroedvrouwen nog tot in de zestiende eeuw. Over de opvattingen en tradities rond sexualiteit, zwangerschap, geboorte en kraambed in de zeventiende en de achttiende eeuw heeft Manning in 1975 een treffend beeld gegeven. Het huwelijk bracht meestal öf blijde verwachting, of later toenemende zorg in het gezin1'. Na de spannende uren van de geboorte was er vaak een uitgelaten blijdschap. Of het gedrag der vroedvrouwen hierbij altijd zo negatief is geweest als Manning beschrijft, valt te betwijfe len, al zullen enkelen van hen wel eens over de schreef zijn gegaan in losbandige vreugde2'. Na een voorspoedige geboorte is destijds vooral in gegoede gezinnen de wit omwikkelde deurklopper een middel geweest om iedereen van de blijde gebeurtenis in kennis te stellen. Een variatie op dit aardig gebruik, een witte strik aan de deur, hebben wij in onze jaren hier en daar nog wel eens zien herleven. Binnenskamers werd meestal met vrienden of verwan ten een heildronk op de kraamvrouw en de pasgeborene uitgebracht. Bij de boerenbevol king buiten kwam dan vaak brandewijn met suiker op tafel, de behoeftige kraamvrouw in de stad en de haren genoten van kraamanijs. Anijs werd veel gebruikt wegens de er aan toege schreven zogafscheiding bevorderende werking. De kinderen kregen beschuit met muisjes. Bij de beter gesitueerden dronk de kraamvrouw gesuikerde warme wijn. In de achttiende eeuw kwam de kandeel (een zorgvuldig bereid mengsel van witte wijn en eierdooiers) meer in gebruik. Behoorde bij deze smakelijke drank een fraaie karaf en losse kopjes, de warme wijn ging rond in een gekleurde en gegraveerde kraambeker3'. Ons gemeentemuseum bezit een mooi uit de zeventiende eeuw daterend exemplaar (zie p. 52)4'. Meestal was er reden tot blijdschap bij een geboorte, maar soms kwam er rouw. De barende kon sterven door een scheuring van de baarmoeder, een verbloeding of totale uitputting. Het kindje kon sterven tijdens de bevalling, korte tijd na de geboorte, of tijdens de eerste le vensmaanden. Na de baring kon de moeder nog sterven aan kraamvrouwenkoorts (metritis toxica), trombose (kraambeen, phlegmasia alba dolens) of nog een andere oorzaak. De kraamvrouwensterfte tussen 1500 en 1800 in Zierikzee5' toont een evidente verbetering vanaf het begin van de achttiende eeuw. overeenkomstig de vorderingen in de verloskunde sedert het einde van de zeventiende eeuw. Wij zagen in deel 2 hoe deze verbetering zich in het laatst van de negentiende eeuw heeft voortgezet. De in de notulen van de plaatselijke commissie van geneeskundig toevoorzicht opgenomen jaarverslagen aan het gemeente bestuur geven de getallen van door elk der geneesheren verrichte buitengewone verlossin- 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 49