lingsstoornissen en andere, is door verschillende technieken belangrijk verbeterd. Zo kan de echografie (het via ultrageluid zichtbaar maken van inwendige lichaamsdelen) een hulpmiddel zijn bij de amnion-punctie in het tweede trimester (de 16e week) van de zwangerschap, ter verkrijging van enig vruchtwater voor chromosomen-, en bio-chemisch onderzoek. Ze kan worden gedaan bij oudere zwangeren en bij die waar door eerdere erva ring of familie-anamnese de kans op een kindje met een ernstige afwijking bestaat. De in greep kan poliklinisch worden uitgevoerd, maar alléén in één der centra voor klinische ge netica (voor Zeeland doorgaans in het academisch ziekenhuis te Rotterdam). Bij een met zekerheid aangetoonde afwijking kan daarna tot de beëindiging van de zwangerschap wor den geadviseerd32', in welke beslissing de ouders uiteraard vrij blijven. De echografie kan ook in het laatst van de zwangerschap afwijkingen aantonen, hetzij bij het kind of meerlin gen, hetzijn bij de moeder, die een ernstige belemmering vormen voor een normale geboor te, waartoe dan een chirurgisch ingrijpen (keizersnede) nodig kan zijn. Na de geboorte van kinderen met een wel of niet direct herkenbare afwijking of twijfel over het geslacht van een kind kan thans in het pathologisch streeklaboratorium te Middelburg een nauwkeurig chromosomen-onderzoek worden verricht. Op grond hiervan, van eventu eel familieonderzoek en/of de gegevens van een eventueel eerder verrichte amnion-punctie, kunnen dan de betrokken ouders worden geadviseerd, hetzij in de vorm van verdere anti conceptie, hetzij tot het bij een volgende zwangerschap zéker laten verrichten van een amnion-punctie. In ieder gewoon ziekenhuis kan vóór of in het begin van de geboorte de zogenaamde amni- oscopie (het zichtbaar maken van althans een deel van de vruchtholte) worden gedaan, in dien daartoe aanleiding bestaat, ter beoordeling van de toestand van het kind. Iets later, tij dens de ontsluiting, kan het onderzoek van een zeer kleine hoeveelheid bloed van het kind, meestal uit het hoofdje, mèt de door de elektronische bewaking gegeven signalen bepalend zijn óf voor een verdere afwachtende houding ten aanzien van de baring, óf voor een snel ingrijpen. In onze jaren geven tenslotte ontwikkelingen in de chirurgie, neurologie, orthopedie, ortho pedagogiek en maatschappelijk werk de kans jonge en ook iets oudere kinderen met pre-, peri-, of post-nataal verkregen afwijkingen (geestelijk en/of lichamelijk gehandicapten) zo veel als mogelijk is te helpen tot een beter functioneren. Mogelijkheden van kunstmatige bevruchting De kunstmatige inseminatie, die ook bij de mens zonder risico kan worden toegepast, de homologe, met het sperma van de echtgenoot, en de heterologe, indien dit niet mogelijk is, met de zaadcellen van een uiteraard onbekende donor, behoeft hier geen verdere toelich ting. De buitenbaarmoederlijke bevruchting kan in onze tijd bij een vrouw waarbij de eileiders zijn afgesloten, via een door laparoscopie (de bezichtiging van de buikinhoud via een door een kleine operatie door de buikwand ingebrachte buis met behulp van de echografie - een zeer specialistische ingreep) verkregen eicel, en de na de in een geëigend milieu plaatsge vonden bevruchting met een spermacel van de echtgenoot, en daarna enige celdelingen, in de baarmoeder worden geïmplanteerd. De hieruit tot nu toe geboren (nog slechts weinige) kinderen kregen de bijnaam „reageerbuisbaby", welke betiteling een juister en vriendelijker analogon verdient33!. 66

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 68