De kermis van Schuddebeurs was kleinschalig, er waren slechts weinig attrakties: een kop-
van-jut, een schommel en een zweef(draai)molen, natuurlijk enkele suikergoedkramen en
Koperen Ko met zijn eenmansorkest!
De auteur van bovengenoemd verslag is niet geheel ongevoelig voor de geheel eigen sfeer
van zo'n zomerkermisje tussen het groen: „Schuddebeurs is prachtig, vooral bij avond wan
neer de maan schalks de vrijende paartjes, zoo tusschen de boomen door, tracht te beglu
ren. En ofschoon alle kermisavonturen in den regel zéér prozaïsch zijn. zoo denk ik toch
weer met weemoed terug aan die kermesse d'été, maar dan in hoofdzaak aan de groen-
fulpen dijkjes, lentegeurende laantjes en de gracieuse vijvers van het mooie
Schuddebeurs"...
Maar ook zonder kermisvermaak was er alle gelegenheid om zich te ontspannen. Nog maar
enkele jaren geleden kon de jeugd zich met gehuurde waterfietsen op de schilderachtige vij
ver „bewegen", terwijl de ouders zich aan de kant met een konsumptie verpoosden... Zelfs
in de winter was Schuddebeurs voor een jeugdig publiek attraktief wanneer de vorst de be
schutte vijvers had doen dichtvriezen en deze tot schaatsvertier uitnodigden.
Het is op die plaats nog steeds erg aantrekkelijk maar zoals het vroeger was wordt het na
tuurlijk nooit meer. Het enigszins primitieve maar erg gezellige dorpscafé werd getransfor
meerd tot hostellerie; het fraaie maar nogal verwaarloosde „Heesterlust", vroeger in stijl be
woond door voorname families werd na restauratie eerst onderdak van een antiquair en
krijgt binnenkort weer een andere bestemming.
Bij de gratie van het groen
In de vorige en ook nog in het begin van deze eeuw sprak men graag over het Zeeuwse Velp
of over het Velp op Schouwen; daarmee werd dan het groene Schuddebeurs bij Zierikzee
bedoeld. Zo op het eerste gezicht lijkt deze karakteristiek en vergelijking met het Gelderse
Velp wat ver gezocht en nogal overtrokken.
Zodra men de kans krijgt om het oude Schuddebeurs te zien op oude prentbriefkaarten of
op vergeelde kiekjes in familiealbums-van-vroeger tekent zich tegelijk voor de beschouwer
de grote tegenstelling af tussen de situatie van voorheen en thans. Terwijl wij nog altijd en
terecht onder de indruk zijn van het overgebleven natuurschoon in Schuddebeurs ontdek
ken wij bij het aanschouwen van oud beeldmateriaal met verwondering en teleurstelling dat
die lokatie voor de tweede wereldoorlog aanmerkelijk schilderachtiger en meer bebost was:
inderdaad herinnering oproepend aan het prachtige verre Velp in Gelderland...
Alle veranderingen ten spijt: het was en is in Schuddebeurs goed toeven. Niet zonder reden
plachten verschillende adellijke en halfadellijke, later ook patricische families er de zomer
maanden door te brengen. Zij voelden er zich op hun buitenplaatsen vrij en konden daar in
een voorname ambiance hun familieleden en relaties van elders ontvangen. Om de grote be
huizingen en de vaak uitgestrekte tuinaanleg in redelijke staat te houden was er doorgaans
nogal wat personeel nodig, zowel voor schoonhouden en bediening in het huis alsook voor
het buitenwerk. Bovendien was op sommige buitens een eigen koetsier voor de equipage.
Dat beeld van rijtuigen en paarden zou in deze eeuw allengs veranderen. Het was een ge
beurtenis toen ca. 1912 de eerste indrukwekkende Mercedes van Theodoor Van der Lek de
Clercq van slot Haamstede bij „Zorgvlied" te Schuddebeurs verscheen.
Schuddebeurs-als-geheel en ieder buiten afzonderlijk presenteerde zich in hoofdzaak zo
aantrekkelijk bij de gratie van het overvloedig aanwezige groen. Dit laatste bestond behalve
uit een oud monumentaal bomenbestand ook uit talrijke heesters en hagen en binnen het
78