De in het album geplakte fotoafbeeldingen werden voor een groot gedeelte vervaardigd in
de jaren 1912 en 1913, dus juist nog voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De
vaak ongedwongen tafereeltjes ademen over het algemeen rust en gezelligheid: met een
boek of handwerk op het terras van „Zorgvlied" of in aanschouwing van de broeikassen.
Ook het uitrijden van de fonkelnieuwe Mercedes was aanleiding voor enkele boeiende plaat
jes. Deze momentopnamen van zo'n zeventig jaar geleden zeggen ons misschien meer dan
tientallen beschreven pagina's dat kunnen doen.
Natuurlijk waren de opnamen in de allereerste plaats belangwekkend voor hen die werden
vereeuwigd of familie waren van diegenen, die op de gevoelige plaat werden vastgelegd. In
die beginperiode van de echte amateurfotografie speelde de „camera vol stilte" een rol bij
het terugroepen in de herinnering van aandoenlijke taferelen zoals die van de kinderen van
„Zorgvlied": het gemengde groepje van kinderen, die er als familie plachten te komen èn de
kinderen van de tuinman. Zij staan er ongedwongen op, „betrapt" tijdens hun spel, geen
weet hebbend van rang of stand...
Kleine blanke droompaleizen
Half verscholen achter veel struweel en geboomte liggen los verspreid over het domein van
Schuddebeurs de aloude buitenplaatsen. Verschillend van grootte, verschillend van allure.
„Zorgvlied" bijvoorbeeld temidden van een uitgestrekte tuinaanleg maakt een lieflijke intie
me indruk in tegenstelling tot het aanzienlijk grotere „Mon Plaisir" en het al even grote en
voorname „Heesterlust". Meestal blank gestuct en wit geschilderd maken die huizen een
verdroomde en sprookjesachtige indruk. Zelfs wanneer verval en verkleuring hebben toe
geslagen zoals bij „Mon Plaisir" blijft de gratie van de ouderdom nog aanwezig.
Schuddebeurs is niet meer wat het vroeger was. Dat kan ook haast niet anders want het aan
tal aanzienlijke behuizingen is kleiner geworden en het leven en de sfeer daarin en daar om
heen is ingrijpend gewijzigd. Zelfs het zo verantwoord gerestaureerde fraaie „Heesterlust"
is vergeleken bij vroeger ietwat steriel geworden.
Het aanzien van Schuddebeurs werd en wordt gedomineerd door de aanzienlijke buiten
plaatsen, maar deze aloude woonkern van beperkte omvang bestond vanzelfsprekend niet
alleen uit de woningen der aanzienlijken, maar bevatte ook de kleine huizen van dienstper
soneel als koetsiers, tuinlieden, bos- en veldarbeiders en gedienstigen. Binnen die klein
schaligheid paste ook het karakteristieke voormalige Tolhuis.
Het was juist die opvallende tegenstelling tussen betrekkelijk kleine arbeiderswoningen en
de grote landhuizen, die aan Schuddebeurs dat geheel aparte en boeiende gezicht gaf.
Er was qua bebouwing binnen een betrekkelijk klein domein veel afwisseling. Het zou te ver
voeren en het bestek van dit artikel te buiten gaan om aan al die verdwenen grote en kleine
behuizingen een beschrijving te wijden. Slechts op enkele nog in het beeld van Schudde
beurs bestaande „paleisjes" en de bewoners van weleer zullen wij nog iets nader ingaan.
Namen die nauw met Zeeland en de historie van Zeeland zijn verweven komt men ook in de
83