Bru. en Brou(w)., (dialect)bakermatten van „Wullum" en „Bêênekluuver" (met inleiding en commentaar van dr. A. de Vin) Ditmaal zal onze dialectbijdrage gewijd zijn aan een beknopte vergelijking van de dialecten van Bruinisse (Bru) en Brouwershaven (Brou(w).) n.a.v. ook nu weer ingezonden stukken van ..Wullum" en ..Bêênekluuver". Eerstgenoemde behoort reeds enige jaren tot onze vaste medewerkers. Bêênekluuver" schrijft thans voor de tweede maal over zijn jeugdjaren in Brouwershaven en gaat hiermee, naar wij hopen, eveneens een goede traditie opbouwen. Voor een vergelijking van de bovengenoemde dialecten zijn er een aantal redenen aanwe zig. Allereerst liggen beide plaatsen aan het water, wat de eeuwen door via de scheepvaart kontakt met en invloed van de buitenwereld veroorzaakt kan hebben. Brouwershaven was lange tijd, tot aan het graven van de Nieuwe Waterweg in de tweede helft van de 19de eeuw, de voorhaven van Rotterdam en Bruinisse had door zijn mosselvisserij en -handel tot in de ze eeuw hechte kontakten met BelgiëD. Bovendien is het aantal ..Brunaers" dat in de loop der tijden een werkkring gevonden heeft bij de „grote vaart" of de marine, ook niet gering geweest. In de tweede plaats is de ouderdom van de hier behandelde plaatsen in verband met hun dialect belangrijk. Brouwershaven is ongetwijfeld de oudste van de twee. De catalogus van de tentoonstelling „Brouwershaven 500 jaar stad", ingericht in het Tonnenmagazijn te Brou(w). van 2 t/m 31 juli 1977, vermeldt weliswaar op gezag van het „Groot Privilege" (1477) van Maria van Bourgondië, dat men sindsdien van „de stad Brouwershaven" spreekt, maar Brou(w). als plaats is veel ouder. Genoemde catalogus geeft namelijk ook de medede ling. dat in 1286 graaf Floris V van Jan van Renesse de grond kocht om er het dorp Brou wershaven op te stichten. Bruinisse is bijna twee eeuwen jonger, hetgeen uitvoerig beschreven is in het onder noot 1 genoemde boekje van J. C. Reitsma-d'Ancona, Bruinisse met vlag en wimpel 1468/1968 (in opdracht van het gemeentebestuur ter gelegenheid van het 500-jarig bestaan van Bruinisse). Dat houdt echter niet zonder meer in, dat zijn dialect ook een jonger karakter zou moeten hebben. De ontwikkeling van een dialect is van velerlei factoren afhankelijk en belangrijke zijn daarbij o.a. de middelen van bestaan en de godsdienstige opvattingen van de bevolking. Als derde reden voor onze vergelijking kunnen wij dan ook aanwijzen, dat zo wel Bru. als Brou(w). door de eeuwen heen landbouw en visserij en daarmee verwante be drijfstakken als voornaamste middelen van bestaan gekend hebben. Wat de godsdienstige opvattingen betreft, lijkt er een zekere tegenstelling tussen de beide bevolkingen te bestaan. Bruinisse geldt, althans wat deze eeuw betreft, als een overwegend rechtzinnig dorp, zowel wat de Hervormde Kerk als de kleinere kerkgenootschappen be treft. In Brouwershaven was echter een groot gedeelte van deze eeuw de Hervormde ge meente vrijzinnig, met daarnaast belangrijke bevolkingsgroepen die tot kleinere orthodoxe kerkgenootschappen behoorden2). Wij zullen op grond van het schriftelijk taalgebruik van „Wullum" en „Bêênekluuver", alsmede aan de hand van mondelinge dialectgegevens, pro beren na te gaan in hoeverre middelen van bestaan en godsdienstige opvattingen van de be volking de resp. dialecten van Bru. en Brou(w). mede gevormd hebben. Eerst laten we de tweede jeugdherinnering van „Bêênekluuver" volgen, omdat zijn Brouwse jaren en dialect gefixeerd zijn in de jaren tien en twintig van deze eeuw. 121

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1983 | | pagina 123