Duiveland in dialectperspectief (met inleiding en commentaar door dr. A. de Vin) Sedert de herindeling van gemeenten in het oostelijk deel van ons voormalige dubbeleiland op 1 januari 1961 zijn daar nog slechts twee gemeenten overgebleven, t.w. Bruinisse en Duiveland. Bruinisse, vanouds ,,(de republiek) Bru", of Oost-Duiveland, in de dialectische uitspraak heel merkwaardig meestal als Ons Duuveland^ aangeduid, behield zijn gemeente lijke zelfstandigheid, Ooster- en Sirjansland, Nieuwerkerk en Ouwerkerk gingen op in de nieuwgevormde gemeente Duiveland. Doel van dit artikel is na te gaan wat er ruim 23 jaar na deze gemeentelijke herindeling en na het definitief doorbreken van het Duivelandse iso lement door de openstelling van de Grevelingendam op 1 april 1965 overgebleven is van het oorspronkelijke dialect in de vijf bovengenoemde dorpen. Duiveland zien wij hier uitdruk kelijk als het oostelijk deel van Schouwen-Duiveland en niet als de na 1960 uit vier kernen gevormde nieuwe gemeente. Materiaal Evenals vorige dialectartikelen maakte ik gebruik van mondelinge en schriftelijke gegevens, bandopnamen en historische (dialect)documentatie. Ze omvatten ruwweg het tijdperk van het begin van deze eeuw tot na 1980. Waar het nuttig en nodig bleek verder in de geschie denis terug te gaan heb ik ook gegevens geput uit juridische en administratieve bronnen van voor 1900, in het bijz. uit de periode van de latere middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw. Zij zullen bij de behandeling van de afzonderlijke Duivelandse plaatsen nauwkeu rig vermeld en in het noten- en literatuurapparaat zo volledig mogelijk opgenomen worden. De dialectgegevens worden in oostelijk-westelijke volgorde besproken in de reeks Bruinisse- Oosterland-Sirjansland-Nieuwerkerk-Ouwerkerk. Dit lijkt tegenstrijdig met de ouderdom van genoemde dorpen, waarvan Bruinisse onmiskenbaar het jongste is2» en alle andere ouder3». Uit een vorig artikel in deze kroniek (8 (1983), p. 121 en volg.) is echter gebleken, dat hogere ouderdom van een plaats niet noodzakelijk een ouderwetser karakter van zijn dialect tot gevolg hoeft te hebben. Godsdienstige opvattingen van de bevolking, met name te Bruinisse en Oosterland kunnen er bijvoorbeeld aan meegewerkt hebben, dat oorspron kelijke dialecteigenaardigheden langer in stand gebleven zijn. In deze plaatsen (en in be paald opzicht ook te Nieuwerkerk!)4», is ook nu nog een orthodoxer kerkelijke gezindheid merkbaar dan in het doorgaans vrijzinnige Ouwerkerk. Bovendien kan in de westelijkste dorpen van Duiveland de invloed van het Zierikseese stadsdialect (en de oude Zierikseese rechtstaal, zie Dial. Sch.-D. 61) groter geweest zijn dan in het oosten van het voormalige ei land. Een derde overweging de volgorde oost-west te kiezen is mijn eigen herkomst uit Ooster- en Sirjansland geweest. Het dialect in het oostelijk gedeelte van Duiveland was mij van jongsaf vertrouwd en vandaaruit ben ik ook het taalgebruik in de westelijke dorpen gaan beluiste ren en bestuderen. Hiermee ben ik tevens in overeenstemming met de reisrichting die be zoekers uit noordelijker streken vanouds hebben gekozen, als zij Schouwen-Duiveland gin gen verkennen en tijdens deze tochten ook in aanraking kwamen met de streektaal van dit eiland. Deze gebruikelijke route volgden in het begin van deze eeuw reeds de journalist en voordrachtskunstenaar Henri Dekking5» en de kunstschilder Bavink en zijn vriend Japi, be- 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 107