waar laatstgenoemd woord door Kees Kollenaer in een Schouwse schets gebezigd is, en mijn aantekening daarbij in a.w. 86: p. 126. de vermelding van de ..familiemolen" van de Vijverbergs te Oosterland. die zich aldaar nog steeds op de Molenweg (Meulewègt) bevindt. De dialectische uitspraak van deze straatnaam vinden we ook in DZE I. p. 42. waar de informatie van het echtpaar Viiverberg-Schoof afkomstig is; De familiemolenvan de Vijverbergs in winterse omlijsting (tekening van J. Prince). p. 128. een avondje ..stoppe(n)" „onder genoeglijke kout met een sigaartje enz. de avond met elkaar doorbrengen", dat in WZD 945 a_o.a. is opgetekend voor Nieuwerkerk (Nwk.), Oosterland (Otl.) en Brui- nisse (Bns.), waaruit blijkt dat het woord in Duiveland zeer bekend was. Zie ook: stopaevend ..avondvisite in de winter" (a.w. 944_b), eveneens voor de drie bovengenoemde Duivelandse dorpen opgegeven; p. 137. de hofstede „De Zon" nog altijd aan de Rijksweg (vroeger Boschweg of Provinciale Straatweg) tussen Brui- nisse en Oosterland, maar nu helaas met afgebroken schuur. Deze boerderij behoorde destijds aan de met de familie Vijverberg verwante familie Zoeter. De in dit verband genoemde Anton was waarschijnlijk Anton Zoeter, die jarenlang schuin tegenover „De Zon" in het „Blauwuus" (Blauwe Huis) woonde. Ook dit huis bestaat nog. maar is thans niet blauw meer: id. Teeuwtje. verkleinwoord van Têêw. „Mattheus", een 1930 en ook nu nog te Oosterland voorkomende voornaam; p. 141. stroklamp, in volledig dialectische uitspraak: stróóklampe ..stroschelf", dat zeker een Oosterlands woord is. Zie: Kroniek 5 (1980), 86 en verg. klamp(e). in WZD 438 b in de bet. 1: „stapel hooi, stro, schelf' ver meld voor de Zeeuwse eilanden; ook óóiklampe „hooischelf, hooistapel" (a.w.. 352/53) is voorzien van de aanduiding: „Z. eil."; p. 157. e.v. het slotverhaal „Johannes", dat puur Oosterlands is vanwege de zadeldaktoren, zoals Vijverberg schrijft: „een unicum in de ganse provincie", en ,,'t waefelkraem", een niet meer bestaand woonhuisje aan het eind van de Kerkstraat, waaraan voor mij duidelijke familieherinneringen verbonden zijn. 116

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 118