Na de uitvoerige bespreking van Hs. Vijverberg met niet minder dan 41 onbetwijfelbare Oosterlandse taal- en persoonskenmerken gaan we thans na welke typisch Duivelandse taal kenmerken voorkomen in de onder b hierboven genoemde antwoorden op de vragenlijst voor Oosterland van Blanquaert en Meertens in DZEI, p. 41/42. In navolging van Dial. Sch.- D. 55 en volg. geef ik eerst als voorbeeld van de Duivelandse u: dunder (antw. 13), hier ge bruikt met een enigszins ruwe gevoelswaarde in de bet. „lichaam". Het woord komt voor in de uitdr. op men dunder slae „op m'n lichaam slaan". Verg. hean dunder(dach) „geen sik kepit, niets" (Dial. Sch.-D. 41), dat eveneens ruwe of affectieve gevoelswaarde heeft. Met de Duivelandse eu (zie Dial. Sch.-D. 57 en volg.) zijn opgetekend: neutjes „nootjes" (antw. 36) en de ook reeds hierboven vermelde straatnaam Meulewègt „Molenweg" (zie de aant. bij Hs. Vijverberg, p. 126). De heren C. de Later en J. A. Beije verzekerden mij, dat oudere Oosterlanders deze straatnaam nog steeds zo uitspreken. Voor „koning" lezen wij echter in antw. 76: koonenk in tegenstelling tot het Bruse keunek in het overeenkomstige antwoordzinnetje op p. 43 van DZE 1. Dit bevestigt mijn waarneming van 1950 dat keu- ne(n)k „in de overige (Duivelandse) dorpen zeer ouderwets" is.1® Zoals ik reeds eerder meldde, zijn Vijverberg en zijn echtgenote verantwoordelijk geweest voor de antwoorden op de Oosterlandse vragenlijst van Blancquaert en Meertens. De voor beelden van de Duivelandse u_en eu in deze antwoorden bevestigen hun nimmer verbroken Oosterlandse (taal)kontakten. Thans volgt de registratie van de tekst van de onder c hierboven genoemde band opname. In Oosterlands dialect vertelt de heer C. J. de Later over „de mossegilde" en uit C. J. de Later, „knijper" van het Oosterlandse „mossegilde". het gesprek blijkt dat de vragensteller, de heer Van Stipriaan, de grootste moeite heeft er achter te komen wat de functie van De Later: „knijper", precies inhoudt. In de hieronder af gedrukte tekst is De Later aangeduid als De L. en Van Stipriaan als Vr. (vragensteller). De Later's zoon Frans komt eenmaal als „Zoon" in het gesprek voor. Vr. Uw voordeur, wat staat er op uw naambord De L. Buuten, bedoel je? EFrans, weet je 't nog? Oosterlandse mussegilde, ee, erkend knijper, inleevere 's zaeterdags van zèsse to seevene, de mussen natuurlek. 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 119