kapelle wordt dit gebouw zijn woning genoemd. Het steenhuis was duidelijk niet als woning bedoeld en gebruikt. Als derde in al deze oude stukken voorkomende onderdelen van het burchtcomplex staat bijna steeds het woord hofstede vermeld. In de eerder aangehaalde tekst van de burcht van Looperskapelle wordt gezegd „die hofstede, daer die woningh ende dat steenhuis op staat". Hofstede is dus niet een bedrijfsgebouw, een boerderij zoals Dekker meent, maar het ter rein waarop het burchtcomplex en de tot de burcht behorende gebouwen gebouwd zijn. Tenslotte even speciale aandacht voor de naam Hofburgh voor het perceel, waarop de berg van Zuidwelle lag. Hier zien we in een woord samengevoegd de woorden hof en burgh, die in de andere stukken steeds afzonderlijk, als eikaars synoniemen worden gebruikt. Men zal ermee hebben bedoeld een versterkte toren of gebouw, waar de hoofdzetel van de heer was gevestigd. In Wenen woonden de keizerlijke familie in de wintermaanden in de Hofburg, waar ook de ministeries waren gevestigd. fig. 6: Plattegrond van het burchtcomplex van Biggekerke (Walcheren). Perceel no. 417 is de berg. 416 het voorterrein en 415 de gracht. Uit: Vervloei, 1980. De inrichting van de burgen is niet alleen uit oude geschriften, maar ook uit perceelskaar- ten af te leiden. Vooral oude kadasterkaarten leveren soms verrassende gegevens op. Heel kenmerkend is wat dit betreft de plattegrond van Biggekerke (fig. 6). Het ronde perceel in deze figuur is de berg. perceel 416 het voorterrein en perceel 164 de brede gracht om het gehele terrein. 0 1 0 20 30 40 m 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 19