In ons gebied zijn het de volgende: berg no. 9 en 10 bij Noordwelle afstand 50 m. berg no. 26 en 27 bij Klaaskinderkerke afstand 85 m. berg no. 41 a en b bij Nieuwerkerk(D) afstand 100 m. berg no. 30 en 31 bij Duivendijke afstand 110 m. berg no. 46 a en b bij Nieuwerkerk(D) afstand 135 m. Vervloet (1980) geeft twee mogelijke verklaringen voor dit verschijnsel. De eerste hangt sa men met de actieradius van de handboog. Deze bedroeg op het eind van de 13e eeuw 130- 150 m. Wilde men het gehele burchtcomplex, dus de kasteelheuvel en het voorterrein, kun nen verdedigen dan mocht dit niet veel groter zijn dan 150 m. Voor een groter terrein was dus een tweede berg nodig, zon 200 a 300 m. van de eerste verwijderd. De tweelingbergen op Schouwen liggen echter zo dicht bij elkaar dat hiervoor het argument van de boogafstand niet geldt. De tweede verklaring is, dat bij een belegering de vijand zelf provisioneel een berg opwierp, teneinde het functioneren van de andere te bemoeilijken. Bij een afstand van 135 m zou de ze verklaring wel juist kunnen zijn. Maar zou de aanvaller in staat zijn geweest op een af stand van 50 a 85 m van de verdedigingstoren een eigen berg op te werpen, zonder teveel gehinderd te zijn door de pijlen van de tegenstander? We komen dus met geen van deze twee verklaringen uit. Misschien was de tweede kasteel- berg gewoon een extra bescherming voor het burchtcomplex, of was het aantal mensen dat tot de burcht behoorde zo groot geworden, dat een tweede berg nodig was om iedereen in tijden van nood op een veilige plaats onder te brengen. En mogelijk had men ook in die tijd al de behoefte aan een statussymbool. De ligging van de bergen t.o.v. dorpen en wegen Vervloet (1980) heeft nagegaan of er verband bestaat tussen de stichting van de kasteelber- gen en de dorpen. De bergen bleken in Zeeland verrassend vaak, 32 keer, in de onmiddellij ke nabijheid van de dorpskerken te liggen (op minder dan 150 m afstand). Wanneer men dit getal betrekt op het aantal bergen, dat tot 1971 in Zeeland was gevonden, dan komt men op 20%. De verklaring van deze veelvuldig voorkomende korte afstand tussen kerk en berg zou zijn, dat de kasteelheer een eigen kapel heeft gesticht op het burchtterrein of vlak daar bij. Vaak heeft zo'n kerk tot dorpsvorming aanleiding gegeven. Na het verdwijnen van de burchten gingen kerk en dorp ieder een zelfstandig bestaan leiden. Hoe is nu de afstand berg-kerk op Schouwen-Duiveland? minder dan 150 m no 24 Looperskapelle 100 m no 17 Ellemeet 150 m 150-300 m no 2 Haamstede 200 m no 1 Westenschouwen 225 m no 23 Duivendijke 250 m 300-400 m no 22 Elkerzee 300 m no 29 Brijdorpe 325 m no 26 Klaaskinderkerke 350 m no 6 Renesse 375 m meer dan 400 m alle andere bergen 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 26