Een tufstenen basiliek met klaverbladvormige koorpartij Als oudste bouwresten kwamen, pal naast de buitenzoom van de beide zijmuren der bestaande kerk en nabij de oostelijke afsluiting daarvan, de tufstenen funderingen te voor schijn van twee, juist tegenover elkaar gelegen, in een halfrond gebogen muren. De breedte van deze funderingen bedroeg gemiddeld 1.65 meter, opgaand werk was niet meer voorhan den. Beide halfronden besloegen een halve cirkel met een middellijn van, binnenwerks ge meten, circa 8.80 meter. De aanlegdiepte kon wegens de grondwateraandrang en de nabij heid van de zijmuren der huidige kerk niet worden bepaald. Afb. 3. Tufstenen fundering van de zuidelijke absis der voormalige 12de eeuwse basiliek. Op de achtergrond de zuiclmuur van de tegenwoordige Nieuwe Kerk. Aan de buitenzijde was het muurwerk in beide gevallen verzwaard met twee uitmetselingen, wijzende op lisenen waarmede de buitenhuid van het opgaande werk klaarblijkelijk verle vendigd was geweest en welke een onderdeel zullen hebben uitgemaakt van spaarvelden, conform de reeds opgemerkte versiering der beide torentjes welke de triomfboog der laat gotische kerk flankeerden. Het bij deze tufstenen kerk behorende vloerpeil viel niet meer vast te stellen doch zal zich naar schatting ongeveer 1.50 meter onder het huidige maaiveld bevonden hebben. De beide uiteinden van de noordelijke half-cirkelvormige fundering waren overbouwd door de noordelijke zijmuur van de bestaande kerk zodat hun verdere beloop niet kon worden nagegaan. De zuidelijke tegenhanger bleek zich in westelijke richting voort te zetten in een 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 45