Afb. 8. Bakstenen fundering van een der kolommen van de kapellenreeks langs de zuider zijbeuk der laat-gotische kerk, geplaatst tegen de buitenzijde van de zuidmuur der tufstenen basiliek, gezien uit het westen. Foto R.O.B. opgemetseld uit rode baksteen van het formaat 6.5 x 13 x 26 cm en rustten op een in doorsnede vierkante klip welke zich bij iedere diepere steenlaag trapsgewijs verbreedde. Op een diepte van 3.60 meter beneden de bovenkant van de fundering (- 1.60 meter onder N.A.P.) bezat de fundering een omvang van circa 3.5 meter in het vierkant. De onderkant was op deze diepte nog steeds niet bereikt, doch nóg dieper graven stiet op niet verantwoor de kosten. Aangenomen mag worden dat de pijlerfunderingen minstens even diep werden aangelegd als de spaarboogpijlers van het 14de eeuwse koor. in dit geval, op een diepte der halve van circa 2.30 meter onder N.A.P., kan de omvang van de 15de eeuwse pijlerfunderin gen op minstens 4.25 meter in het vierkant worden becijferd. Wij zouden onze uiteenzettingen willen besluiten met de wens dat het onderzoek te zijner tijd alsnog kan worden aangevuld met opgravingen binnen de 19de eeuwse kerk. De in het oog springende betekenis van het middeleeuws Zierikzee en haar Sint-Lievens Monsterkerk voor de vaderlandse geschiedenis zou een voortzetting der opgravingen ten volle rechtvaar digen. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 55