vaarwegen te beheersen. De Prins en de Staten van Holland waren zich van dit gevaar be wust; de Prins hield zich nauwkeurig op de hoogte van de fortificatie van het eiland. In een brief van 18 juli 1574 schreef hij met voldoening te hebben vernomen dat de versterkingen goed vorderden en verzocht hiermee voort te gaan3). In een brief van 9 september d.a.v. sprak hij zijn dank uit voor het werk aan de versterkingen van Brouwershaven en het fort Bommenede en toonde begrip voor de omstandigheid dat de landlieden nu eerst hun ge- De doortocht door het Zijpe, september 1575. (Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philips/and, Historisch-topografische atlas Gemeente Zierik- zee nr. 166). 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 58