Daarna moet er ook een intensieve briefwisseling met de Prins zijn blijven bestaan. In het Koninklijk Huisarchief berust nog een minuut10' van een brief van 14 mei 1576. De nood was toen hoog gestegen en de Prins schreef bemoedigend: „is ons aengenaem geweest te sien die cloekheijt ende vrijmoedicheijt die ghij zijt bethoonende nijet jegenstaende de noot daer die stadt Zierixzee inne is. Wij en willen nijet twijffelen Godt Almachtich sal ulieden zij ne genade gheven gelijck hij die van Leijden eertijts gedaen heeft". De Prins zinspeelt op een algehele verbetering van de toestand voor Holland en Zeeland door de in april 1576 be gonnen vredesonderhandelingen te Breda, waardoor het land van alle vijanden zal worden verlost. Men moet daarom nog vier a zes weken zien stand te houden. De ontzetting van de stad in de nacht van 27 op 28 mei d.a.v. werd echter een mislukking. Boisots schip raakte vast bij de zeedijk van Borrendamme en werd vernield. Admiraal en be manning kwamen om. Ook andere pogingen mislukten. Nu hulp verder uitbleef, zat er voor Zierikzee niets anders op dan met Mondragon in onderhandeling te treden. Het werd ech ter geen onvoorwaardelijke overgave. Voor de Spanjaarden was het ook van belang een ein de te maken aan de kostbare belegering. Zo was de uiteindelijke overeenkomst gematigd van inhoud. De bezetting zou vrij mogen uittrekken, evenals de predikanten en enige vreemdelingen van de religie. Adolf van Haamstede en de zeven te Middelburg gevangen ge zette burgers zouden worden vrijgelaten. De stad zou f 100.000,— betalen, waarvan de helft direct en de andere helft binnen een maand. Zo trokken op 2 juli 1576 de soldaten van de Prins de stad uit en deed Mondragon met zijn Walen zijn intocht. Lang duurde de zege evenwel niet. De opgelegde schatting was ontoe reikend om Mondragons soldaten tevreden te stellen. Muiterij ontstond en Mondragon werd door zijn eigen troepen gevangen genomen. Herovering van stad en lande Deze situatie bood nieuwe mogelijkheden voor de Prins, die nu Philips van Hohenlohe op droeg Schouwen-Duiveland te heroveren, wat in november 1576 een feit was. Mondragon moest het zo moeizaam veroverde stad en lande weer verlaten en Zierikzee was weer aan de Prins. Hoewel de zaak een moment geheel verloren scheen, was de overgave van Zierikzee voor de Spanjaarden een Pyrrhusoverwinning gebleken. Het lijkt mij niet overdreven te stellen dat de bezielende leiding van Prins Willem van Oran je een doorslaggevende factor is geweest in de uiteindelijke overgang van Zierikzee. Met zijn inspirerende propaganda heeft hij vooral de burgerij weten te motiveren om stand te houden tegen de belegeraars, zo lang zelfs, dat het moment van de overgave tegelijkertijd het begin van het einde van de Spaanse heerschappij betekende. 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 63