Betrouwbare rekoustruktie van de hofstede van Dirk van Farowé aan het „Polderweegje" te Nieuwerkerk. Tekening door J. Nortier te Extoo. (Uit: Duiveland zoals het was Zierikzee 1974, blz. 13). burgemeester. Vanuit het achterraam van zijn „gemeentehuis" heeft deze n.l., voorzover het struweel niet al te hoog is, vrij uitzicht op het erf van Van Farowé De toeloop is niet te stuiten en overschrijdt ruimschoots de toegestane twintig personen, die de overheid maximaal voor ogen staan. Het lijkt wel alsof de afgescheidenen nooit het tellen hebben ge leerd! Zo is het eens gebeurd dat 500 personen onderdak hebben gevonden in de kapitale schuur van Van Farowé! Gedachtig aan zo'n schare hebben we dan ook volledig begrip voor de verontruste opmerking uit Zierikzee, toen Budding „per ongeluk" hier was aangeko men: wij staan hier volstrekt zonder hulp en kunnen dus geen de minste krachtdadige middelen tegen dat onbevoegd uitoefenen van godsdienstoefeningen aanwenden". Wat kan de burgervader anders doen dan de „enige" veldwachter der gemeente Nieuwerkerk op de ze samenscholing afsturen? Hoe of Maximiliaan Braam zich precies gevoeld moet hebben blijft natuurlijk onbekend, maar tegenover de algemeen hooggeachte Van Farowé en de zij nen treedt hij dapper op. Plichtsgetrouw laat hij zijn ambtelijk „In naam der wet en des Bur gemeesters" klinken. Zijn optreden heeft weinig effekt. Hem rest niets anders te doen dan aanwezig te zijn en proces-verbaal op te maken. Het oudst aangetroffen stuk dateert van 12 november 1837. De aanklacht luidt dat de straks genoemde personen „zich hebben doen kennen als hoofden of bestuurders van een Genootschap van meer dan 20 personen". 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 76