Er worden fikse boetes opgelegd. Budding f 25,— als voorganger", Van Farowé als ..eige naar van de schuur" f 15,— en de andere drie verdachten (allen ambtsdragers) f 10,— per persoon. Samen draaien ze ook nog op voor de totale kosten: f 9,46. Talrijke keren trekt veldwachter Braam, gewapend met sabel langszij én notitieboekje, eropuit om verslag te doen aan zijn burgemeester. Opvallend is dat deze taak alleen door hem wordt uitgevoerd, wanneer er een predikant (meestal Ds. Budding) voorgaat. Wanneer er „preek" gelezen wordt, laat hij verstek gaan, hoewel het aantal personen van de Nieuwerkerkse „gemeente" ver het vastgestelde aantal van twintig overschrijdt. Deze bijeenkomsten, drie maal per zon dag, ziet men oogluikend door de vingers. Wanneer Ds. Budding in 1844 naar Groningen vertrekt, wordt het „stil". Trouwens, feitelijk had veldwachter Braam het al wat rustiger ge kregen, daar Budding wegens weigering tot betaling van het fabelachtig hoog opgelopen „preek-boetes-bedrag" voor de zoveelste keer achter slot en grendel was gezet! Vanuit Duiveland is er voor de voldoening van deze schuld heel wat geld gestort. De voort gang van „De Afscheiding" is door dit alles niet tegengehouden, eerder aangewakkerd! De reaktie van de plaatselijke overheid ging niet verder dan de verslaggeving van de gebeurte nissen en het opzenden daarvan naar „De Regtbank van Eersten aanleg, zitting houdende te Zierikzee". Interne moeilijkheden Tot dusver is de „gemeente" van Zierikzee slechts zijdelings vermeld. Daarom het ver grootglas op deze bescheiden groep „vromen", die weldra een „eigen" rol zal gaan spelen. Tot het voorjaar van 1841 komt het gezelschap bijeen op wisselende adressen. Al snel wor den er banden aangeknoopt met „Duiveland". De komst van Budding werkt ook in hun voordeel. Er worden door hem kinderen gedoopt en ook de Heilig-Avondmaalsvieringen hebben plaats op Nieuwerkerkse grond. Op 11 maart wordt de „Duivelandse" kerkeraad uitgenodigd te Zierikzee. Er blijkt behoefte aan een ouderling en een diaken. Hieraan komt men tegemoet en de stemming wijst als ouderling Adriaan Cornelis But aan en als diaken Dingeman de Vos. Beiden worden op 13 maart „ingelijfd" in de reeds bestaande kerkeraad. De aanstelling van deze twee „eigen" ambtsdragers versterkt het zelfbewustzijn van de klei ne gemeente. Met name broeder But munt uit in voortvarendheid. Al een dag na hun ver kiezing verschijnen But en De Vos met nog tien manslidmaten ten notariskan tore van Mr. C. van der Lek de Clercq. Men koopt voor f 1200,— het pand Meelstraat B.60, met als be doeling hier een eigen „kerkgebouw" (plus pastorie) van te maken. Wie de plaats kent zal ontdekt hebben dat dit „afgescheiden" bedehuis vlakbij het stadhuis lag. De vraag is dan ook gerechtvaardigd of dit zomaar kon, gezien de „last" die men op Duiveland moest doorstaan als gemeente. Bijna gelijktijdig echter vraagt men hier via een „adres" aan de Ko ning om vrijheid van godsdienst. Men doet dit door bewust af te zien van de „Gereformeer de" aanspraken, waarop men aanvankelijk zo fel was geweest. Men vraagt Zijne Majesteit „om toelating als eene Christelijke afgescheidene Gemeente". Hoewel het eerst verzonden stuk op formele gronden onvoldoende gehonoreerd wordt, treft een nieuw opgestelde en korrekter brief meer doel. Nog voordat bij K.B. het ja-woord bekrachtigd wordt, heeft de Minister van Staat op 13 november de stadsraad medegedeeld dat: „De adressanten verkee- ren in de termen, van te kunnen worden toegelaten". In feite hebben de afgescheidenen te Zierikzee altijd ongestoord hun bijeenkomsten kunnen houden. Valt de dreiging van buitenaf definitief weg, intern rijzen er moeilijkheden. Dirk van Farowé wordt per brief door Job van der Werf te Zierikzee getipt over de jongste ontwikkelingen op 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 77