Farowé werpt zich op als pleitbezorger bij de Koning. Wanneer kwijtschelding van dit onheuse bedrag uitblijft en na vijf maanden het heimwee bij Van Dijke zulke grote vormen heeft aangenomen, besluit deze vertwijfeld om door bemiddeling van vrouw en kinderen „vrijheid" aan te vragen. Deze noodstap valt Van Farowé duchtig tegen. Voortaan lezen we niets meer over Van Dijke in diens Kerkelijk Notelboek. We mogen er wél van uitgaan dat de „oefenaar" uit Sint-Philipsland menigmaal in de schuur van Van Farowé is voorgegaan. Ondertussen blijft Ds. Budding nog steeds gevangen en in de Duivelandse gemeente is drin gend behoefte aan een predikant met het oog op de Evangelieverkondiging en de bediening van de sacramenten. Ten einde raad zoekt Van Farowé zijn „heil" op de Provinciale Verga dering van een aantal classes van Christelijke Afgescheiden Gemeenten die op 23/24 april 1844 gehouden wordt. Deze stap blijkt weinig heilzaam. Het veroorzaakt meer „scheuring en verdeeldheden dan een bindinge". Hoe verder te handelen zonder de „Gereformeerde" principes te verkwanselen? „En na alle beradenheid ons dan de geschiktste weg mogt zijn te spreken met Do. Van den Oever thans bevestigd leeraar te Rotterdam, die wij bij dezen ook hebben uitgenoodigd tot regeling in de gemeente". Via dit kontakt met de „Paus der Kruis gezinden" slaat Duiveland een nieuwe weg in. Met deze nieuwe ontwikkelingen eindigt (he laas voor ons) ook het „Kerkelijk Notelboek". Echter: genoeg authentieke bronnen moch ten wij op het spoor komen om „De Afscheiding" op ons eiland verder op de voet te kunnen volgen! Ds. B. Sterkenburg als eerste „eigen" predikant Dankzij Ds. Cornelis van den Oever komt „Duiveland" in het kerkverband van de „Gerefor meerde Kerken onder het Kruis". Zij vormen een groep „afgescheidenen" die zich in 1838 vanwege de „vrijheidsaanvrage" van de hoofdstroom hebben gedistantieerd. Van den Oe- ver's bemiddeling is er de oorzaak van dat ons eiland weldra een „eigen" herder en leraar krijgt! Vanuit Giessendam verschijnt Ds. Bastiaan Sterkenburg. Samen met „voorman" Ds. Bastiaan Sterkenburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 80