afb. 2. Kooikerswoning in de Westerse Laagte te Haamstede. Datering: tussen juni 1893 en juli 1900. Rechts van
het raam. met geweer. T. Rosmolen. Links van het raam zijn vrouw. J. Rosmolen-Groenleer. Wie de man geheel
links is, is niet bekend.
kooihuis werd dan ook wel gebruikt om er na jachtpartijen, waaraan werd deelgenomen
door Wemelsfelder, Van der Lek de Clercq van Haamstede, De Beaufort en Regout uit
Maastricht de broodmaaltijd te gebruiken. Dhr. Bom van het toen al bekende Hotel Bom uit
Haamstede bracht de nodige spijs en drank naar het kooihuis. Een hele tocht, omdat de
eendenkooi werd beschreven als: ,,is gelegen in de Domeingronden buiten openbare wegen
en voetpaden". Het op de kooi gevangen wild werd door Van der Giessen nog enige tijd per
ezelkar opgehaald om verder naar de poelier te worden verzonden.
Kooiker Rosmolen woonde hier zéér verlaten, hoé vér weg dit kooikersgezin wel van de be
woonde wereld afwoonde valt af te leiden uit de vergeefse tocht van Teun Rosmolen en zijn
vrouw om een kind te laten dopen. Hij dacht dat het zondag was, maar vergiste zich daarin!
De kooi was geen succes, door de vele zandverstuivingen stoven de pijpen dicht en was een
den vangen niet goed meer mogelijk. Kooiker T. Rosmolen heeft tot 30 juli 1900 op deze
kooi gekooid in dienst van Van der Giessen en Wemelsfelder, waarna hij vertrok naar de
eendenkooi te Renesse. Aan hem herinneren nog de in de buurt van de kooi gelegen (ten
onrechte met „Th" geschreven) Theunesseshil en Theunesseshilput. Tweede kooiker, te
vensjachtopziener was P. de Munnik, deze heeft slechts kort op de kooi gewoond. Vanaf 23
maart 1904 tot 25 april 1905 is het kooihuis nog bewoond geweest door jachtopziener
M. de Vrieze. Van „kooien" was toen al geen sprake meer, de kooiplas en de pijpen waren
88