EENDENKOOI
MET RECHT VAN
AFPALING
ÖP
De eendenkooi bij het Watergat en de Oude Hoeve te Renesse.
Vóór 1890 en tot 1915 bezat Mr. Th. C. J. J.
van der Lek de Clercq van Haamstede ca. 200
ha. grond in de Gemeente Renesse. Dit eigen
dom omvatte o.a. de duinhoeven „De Molen
hoeve", de (latere) „Julianahoeve", „De Prin
senhoeve" en „Het Watergat".
Deze hoeven lagen in de duinpolder Oosteren
Ban van Schouwen. Een gedeelte van de
Oosteren Banpolder, de zgn. „reetjes" stond
Eendenkooi Renesse (top. kaart 1937) eIke winter onder water- Deze netjes lagen
aan het einde van de tegenwoordige Hoogen-
boomlaan en ten Oosten van het Watergat. Vroeger was hier het „Palinxgat", dat een open
verbinding met de zee had. Dhr. van der Lek de Clercq heeft toen het initiatief genomen op
deze plaats een eendenkooi aan te leggen. Hij diende hiertoe een aanvraag voor recht van
afpaling in bij Gedeputeerde Staten van Zeeland. Dit recht van afpaling op 300 m. uit het
afb. 4. Het bord dat aangeeft waar het recht van afpaling van de kooi begint (Renesse).
midden van de kooi werd bij besluit van 4 september 1891, no. 85 door Gedeputeerde Sta
ten verleend aan Mr. J. F. van der Lek de Clercq te Rotterdam. De eendenkooi werd aange
legd op een perceel grond, groot 4,96.88 ha ten zuiden van de inlaagdijk. Op de plaats waar
het vroegere Palinxgat in zee zal hebben uitgemond, zijn de duinen zeer laag. Achter de
duinen zijn een waker- en een slaperdijk (inlaagdijk) aangelegd. In de gegraven putten tus
sen deze twee dijken broedden veel wilde eenden. De aanleg van een eendenkooi in de na
bijheid was dus zeer gunstig. Tussen bovengenoemde dijken in de nabijheid van de kooi
werd op een perceel erfpachtgrond van het Rijk een kooikerswoning gebouwd. Ook deze
eendenkooi kreeg weer de vorm van het eikapsel van een rog. De kooi werd omwald door
een aarden wal en omgeven door een afrastering. Het zal enige tijd hebben geduurd voor de
kooi in gebruik genomen kon worden. Het kooibos moest nog opgroeien en de staleenden
worden aangetrokken.
90