molen. Deze molen werd door de kooiker bediend. In de mobilisatiejaren tijdens de Eerste
Wereldoorlog (1914-1918) vlogen de eenden nogal eens uit de kooi, opgeschrikt door op
het strand ontploffende zeemijnen. Deze mijnen spoelden aan en werden door militairen tot
ontploffing gebracht. In de kooikerswoning werden dan van te voren de ramen opgescho
ven en alle breekbare huisraad opgeborgen. De kooiker en zijn gezin moesten schuilen in
het zgn. wagengat, een doorgang in de duinen naar het strand, tot de explosie had plaatsge
vonden.
Kooiker T. Rosmolen hield bij zijn huis ook geiten, hij was secretaris van de geitenfokvere-
niging in Renesse.
Op 29 september 1915 werd in café „Bom" te Haamstede ten overstaan van de notarissen
Jespers te Renesse en Van Nouhuys te Zierikzee en op verzoek van de erfgenamen van Dhr.
Th. C. J. J. van der Lek-de Clercq in het openbaar verkocht o.a. 4 duinhoeven en de een
denkooi met woonhuis aan de Oude Hoeve bij het Watergat te Renesse. Koper was een
combinatie i.o., die zich later „De Schouwsche Eendenkooi" noemde. Er werd f 120,— per
Schouws gemet (41 a. 68 ca.) voor betaald. Kooiker T. Rosmolen beviel het blijkbaar niet bij
de nieuwe eigenaars, want hij werd per 1 mei 1916 kooiker in loondienst op de eendenkooi
te Ellemeet. Zijn pachtcontract liep echter tot 1 mei 1917. Om contractbreuk te voorkomen
liet hij zijn oudste zoon Dirk van 16 jaar als zgn. kooiker achter. Tijdens de periode van
„De Schouwsche Eendenkooi" (1916-1926) was Abraham van Dongen pachter van „Het
Watergat". Diens zoon Willem van Dongen heeft, nadat Dirk Rosmolen was vertrokken, de
kooi in gebruik genomen. Het kooikershuis werd nu niet meer door een kooiker bewoond,
omdat er vanuit de boerderij „Het Watergat" werd gekooid. Het huis werd verkocht aan de
fam. Van der Have uit Kapelle (Z.B.). De fam. Van der Have heeft het op verantwoorde wijze
gemoderniseerde huis nog steeds in bezit en gebruikt het als zomerwoning.
In 1926 kocht M. van der Wekken Czn., afkomstig uit Brijdorpe, de boerderij „Het Water
gat" met de eendenkooi. Hij bleef er boer en kooiker tot mei 1939. Van der Wekken ver
kocht in 1939 boerderij en eendenkooi aan Dhr. A. Moolenburgh uit Bussum. Deze bezat
reeds gronden en een zomerverblijf „De Vluchtheuvel" in de omgeving van het Watergat.
Dhr. Moolenburgh liet de kooi geheel opknappen, waarbij oud-kooiker T. Rosmolen advies
gaf. Door betere bemaling van de Oosteren Banpolder kwam kooiplas en pijpen nogal eens
droog te staan. Dhr. Moolenburgh liet in de nabijheid van de kooi een bron slaan met daar
op een kleine poldermolen (Bosmanmolen), die het water via een leiding in de kooi pompte.
Door de grote afstand en lekkende leiding werd dit geen succes.
Kooiker werd in 1939 de uit Haamstede afkomstige Jacob Krijger, die op „Het Watergat"
ging wonen en tevens jachtopziener en onbezoldigd veldwachter werd. Door de op 10 mei
1940 uitgebroken Tweede Wereldoorlog kreeg de kooi al vroeg met overlast van de bezet
ter te maken en zullen de vangsten niet meer zo goed zijn geweest. Dhr. Krijger verliet eind
1942 de eendenkooi en vertrok naar Ellemeet. Hij overleed in december 1982 op 93-jarige
leeftijd in België. Hij werd opgevolgd door K. van Klooster uit Renesse, oorspronkelijk met
selaar van beroep. Van Klooster was tevens jachtopziener en onbezoldigd veldwachter.
Door uitbreiding van de Duitse bezetting als gevolg van bunkerbouw in de duinen, overvlie
gende vliegtuigen en beschietingen kwam er niet veel meer van het uitoefenen van het kooi
kersvak en dat van jachtopziener. Van Klooster moest toen van Moolenburgh meehelpen
op het land. Dit zinde Van Klooster niet erg en hij nam in 1944 ontslag. Na de oorlog werd
Van Klooster weer metselaar en woont nu nog, 78 jaar oud, in Renesse. In 1942 kwam uit
Scharendijke P. van de Panne naar „De Vluchtheuvel", het zomerhuis van Dhr. Moolen
burgh, om dit huis door bewoning te beschermen tegen inbeslagname door de bezetter. In
92