1945, na de oorlog, pachtte Van de Panne „Het Watergat" met de eendenkooi van Dhr. Moolenburgh en werd er boer en kooiker. Tevens werd hij jachtopziener met een aanstel ling als onbezoldigd ambtenaar van het korps Rijkspolitie. P. van de Panne bleef tot novem ber 1973 op „Het Watergat". Hij was toen 69 jaar en beëindigde het boeren- en kooikersbe- drijf, waarna hij in Renesse ging wonen, waar hij nu nog woont, 80 jaar oud. Het kooikers vak was blijkbaar een gezond beroep! Inmiddels was Dhr. A. Moolenburgh overleden. Na het vertrek van Van de Panne was er geen nieuwe kooiker meer gekomen. Het duurde tot omstreeks 1980 voordat een kleinzoon van Dhr. Moolenburgh belangstelling kreeg voor de verwaarloosde kooi. In samenwerking met Dhr. D. Sterkenburg werd begonnen de kooi weer op te knappen. Eén pijp is vangklaar gemaakt om de kooi te kunnen laten registreren. De eendenkooi in de Lockerspolder aan de Slikweg te Ellemeet Op de „Kaarte van Schouwen en Duiveland" van Carel en Anth. Hattinga van 1753 zijn in de „Klaassenspolder" ten zuiden van het ou de Ellemeet de „Moeren van Schouwen" en een daarin gelegen grillig gevormde waterplas aangegeven. Deze plassen werden begrensd door vaarten of watergangen die liepen van Serooskerke naar Brouwershaven, van Haamstede naar Zierikzee en van Ellemeet naar Zierikzee. Langs deze nu verdwenen vaart ligt nu nog de Slikweg, die vóór de her verkaveling van 1955 op de Groeneweg uit kwam en nu eindigt op de Delingsdijk. Het noordelijk deel van de Klaassenspolder was in de laatste helft van de vorige eeuw eigendom van de familie Locker de Bruijne. Dit gebied, het „Lage van Schouwen", lag op - 2 m. N.A.P. en stond meestal onder water, omdat de pol derbemaling van Schouwen onvoldoende was. Locker de Bruijne omgaf zijn gebied met ka den, zodat een afzonderlijk poldertje ontstond: „Lockerspolder". Hij liet midden door deze nieuwe polder 2 brede vaarten graven, die haaks op elkaar stonden. Op deze vaarten kwa men eveneens gegraven smalle sloten uit. De tussen deze sloten gelegen landruggen vorm den de bekende „meetjes". Aan de noordzijde, kort bij de Groeneweg - nu Delingsdijk -, liet hij een windmolen plaatsen om de Lockerspolder te bemalen om zo het waterpeil te verla gen. Deze molen voldeed blijkbaar niet, want omstreeks 1890 liet hij aan de vaart, welke uit kwam aan de Slikweg, een klein stoomgemaal plaatsen. Locker de Bruijne begon met de teelt van koolzaad, maar dit lukte niet erg, vermoedelijk door het hoge zoutgehalte van de bodem. Bij het stoomgemaal stond een kleine boerderij, bestaande uit woning en houten schuur. Aan het eind van de vorige eeuw verkocht Locker de Bruijne de Lockerspolder aan scheepsbouwer K. Smit te Krimpen a.d. Lek en landbouwer A. Streefland te Lekkerkerk. Door de lage ligging van de Lockerspolder was deze een ideale plaats voor waterwild. Smit en Streefland lieten in deze polder, op de kruising van de twee eerder genoemde brede vaarten, in 1895 een eendenkooi aanleggen. Deze kooi werd aangelegd in de vorm van een regelmatige zeshoek. Elke zijde was 150 m. lang. De kooi was omringd door een flinke sloot, een aarden wal en gaas, en was circa 6 ha. groot. De kooi werd aangelegd met 6 vang- pijpen in een waaiervormig patroon. Het kooibos was geringer in omvang dan dat van de an- Oude eendenkooi Lockerspolder, Ellemeet (top. kaart 1937) 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 95