De belangstelling voor kooi en vogelreservaat nam toe gezien de vele bezoeken van vogel liefhebbers. Als we zo eens in het gastenboek van de eendenkooi bladeren, komen we naast namen van ornithologen als Tinbergen en Van Dobben ook bekende figuren uit de toneel wereld tegen als Paul Carré en Cor van der Lugt Melsert, de laatste had een zomerhuis te Westenschouwen. Veel mensen uit de regio en verder uit het land bezochten de kooi, ook waren er bezoekers uit Amerika en Hongarije. De bekende vogelfotograaf J. Vijverberg (De schoolmêêster uut Noordgouwe die zö graeg nae de veugeltjes keek), kwam graag op de kooi, hij was er al eerder geweest, maar op 20 maart 1921 schreef hij voor het eerst zijn naam in het gastenboek. In februari 1933, op 67-jarige leeftijd, na 40 jaar kooiker, tevens onbezoldigd rijksveldwach ter te zijn geweest, beëindigde T. Rosmolen zijn werk als kooiker. Hij ging met zijn vrouw in het huis ,.Eb en Vloed" in het dorp Ellemeet wonen. Later verhuisde hij naar Poortvliet, waar hij op 20 december 1943 op 77-jarige leeftijd overleed. Hij werd als kooiker opgevolgd door zijn jongste zoon Simon Rosmolen, geboren op de eendenkooi te Renesse op 24 au gustus 1908 (vader van de schrijver). De aanstelling gebeurde op dezelfde condities als die van zijn vader T. Rosmolen. Ook hij werd in 1933 beëdigd als onbezoldigd rijksveldwachter om in die functie te kunnen optreden als bewaker van de vogelreservaten Lockerspolder en Vlake. S. Rosmolen kwam (na als waterbouwkundige aan de Afsluitdijk te hebben gewerkt) op de kooi. Hij had vroeger wel de nodige kennis bij zijn vader opgedaan. De vangsten ble ven vrijwel constant. De gevangen eenden werden voor verder vervoer naar Rotterdam later door de kooiker naar het R.T.M.-station te Ellemeet gebracht. Veel gevangen smienten, kuif- en tafeleenden werden gekortwiekt en naar de vijvers van het landgoed „Duindigt" te Wassenaar verzonden. Vogelfotograaf Vijverberg, Jan P. Strijbos e.a. bezochten kooi en vo gelreservaat, waar zo'n 120 paar kluten broedden. Eieren hiervan mochten niet worden ge raapt. Wezels en hermelijntjes hadden wél trek in de eieren en werden dan ook zwaar door de kooiker bestreden. Voordat Vijverberg een vogelnest fotografeerde, plaatste hij er eerst een leeg olieblik o.i.d. bij. Als de vogels hieraan gewend waren, verwisselde hij dit voor zijn camera. Begin 1940 werd de kooi, boerderij, Lockerspolder, Vlake en weilanden publiek verkocht. Koper werd F. A. L. C. Baron Schimmelpenninck van der Oije te Wassenaar, die ook al ei genaar van de eendenkooi te Oosterland was. Ook hij kocht de kooi met omgeving speciaal voor de klutenkolonie. In overleg met Baron Schimmelpenninck van der Oije vertrok S. Rosmolen op 1 mei 1940 naar diens eendenkooi aan de Lage Rampertseweg te Oosterland. Pachter van boerderij en eendenkooi werd toen Jan Bil, afkomstig van de boerderij „Het Pikgat" onder de zeedijk bij Kerkwerve. Hij betrok de kooikerswoning. Voorjaar 1944 moest hij wegens de inundatie van Schouwen-Duiveland door de Duitsers evacueren. De kooi werd door deze inundatie ernstig beschadigd. In het voorjaar van 1945 vestigde zich in de dode bomen van de kooi een uit ca. 250 paren bestaande aalscholverskolonie. Na de oorlog in 1945 werd de kooi door J. Bil weer hersteld. Eer het kooibos weer enig aanzien had, kwam de februariramp van 1953 en moest kooiker Bil met zijn gezin vluchten. De kooi, kooikerswoning en boer derij werden totaal verwoest. Eendenkooi en omliggende bezittingen van Baron Schimmel penninck van der Oije werden via de herverkaveling bij diens bezittingen in Oosterland ge voegd, zodat de eendenkooi van Ellemeet niet meer werd herbouwd. J. Vijverberg schrijft in een artikel in het Zeeuws Tijdschrift „De eendenkooi van Ellemeet in memoriam": „Als dan weer de wateren wijken voor de noeste vlijt, de vasthoudendheid van de mens, het herstel zijn beslag gekregen heeft, is de ganse polder één met het omrin- 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 98