gende bouwland, waar een enkele vogel mogelijk nog een plaatsje vindt." Oud-kooiker J. Bil heeft na de ramp nog enige tijd op de plaats van de voormalige kooi de veeteelt bedreven en had een noodschuur aan de Slikweg staan. Ook de boerderij is nooit herbouwd. Jan Bil woont thans in Haamstede en is nu, begin 1984, 75 jaar oud. De eendenkooi tussen Lage Rampertseweg en Guile te Oosterland Van 1852 tot 1912 was de Ambachtsheerlijk heid Ooster- en Sirjansland in het bezit van de familie Steengracht. In 1888 kreeg Am bachtsheer Jhr. Mr. H. A. Steengracht van Duivenvoorde te 's-Gravenhage vergunning (Prov. blad 1888, no 74) voor de aanleg van een eendenkooi. De kooi werd aangelegd tus sen de Lage Rampertseweg en de Guile, op ongeveer 3 km. ten zuiden van het dorp Oosterland. De kooi had een recht van afpa ling tot op 600 m. uit het midden van de kooi. De plaats van de kooi was gunstig door de lig ging aan de Guile en de zuidoostelijk van de kooi gelegen buitendijkse slikken van Viane aan de Oosterschelde. De kooi met 4 vangpij- pen had weer de bekende rog-eikapselvorm. De 4 pijpen waren van het lange type en voor zien van slagnetten, waardoor men vrijwel de gehele pijp kon afsluiten. In de kooi, aan de zuid-westelijke kant grenzend aan de Lage Rampertseweg werd een kooikerswoning met Oude eendenkooi Oosterland (lop. kaart 1937) daaronder een zeer grote wildkelder ge bouwd, adres eerst A 258, later A 388. Kooi- plas en pijpen werden omgeven door riet- schermen. In één der pijpen bevond zich een „wel" (natuurlijke bron), waardoor het water ter plaatse in de winter niet bevroor. Op het vrij hoge terrein van de kooi vormde zich een flink kooibos, dat om de 7 jaar deel voor deel werd gekapt. Een deel van het gekapte hout werd in de kooi voor herstel van de schermen gebruikt, de rest werd als geriefhout (afscheidingspalen e.d.) aan de boeren ver kocht. De overgebleven musters (opgeboste dunne takken) werden aan de bakkers verkocht voor het stoken van de ovens. Aan de buitenkant van het kooibos stonden hoge populieren, die ondanks flink intoppen nadelig werkten op de windvang in de pijpen. In 1912 kwamen eendenkooi en overige bezittingen te Oosterland door vererving in het be zit van Dr. Alexander Willem Baron Schimmelpenninck van der Oije, ambachtsheer. (Jhr. Mr. H. A. Steengracht van Duivenvoorde was ongehuwd en vermaakte zijn bezittingen aan de zoon van zijn oudste zuster, Dr. Alexander Willem Baron Schimmelpenninck van der Oije). In 1914 werden de kooi en overige bezittingen eigendom van F. A. L. C. Baron Schimmelpenninck van der Oije te Wassenaar, ambachtsheer, zoon van Dr. Alexander Wil lem Baron Schimmelpenninck van der Oije. De eerste kooiker was Klaas den Haak, geb. 21 sept. 1866 te Lexmond. Hij verhuisde op 1 97

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 99