De vermeende centraalbouw der Sint-Lievenskerk te Zierikzee door Dr. H. Halbertsma In een boeiende bijdrage heeft Van Agt de mogelijkheid geopperd dat Zierikzee eenmaal een centraalbouw rijk is geweest welke zijn naaste verwant in de voormalige, uit de 10de eeuw daterende Sint-Donaaskerk te Brugge zou hebben gehad. O In deze reeks pasten te vens de voormalige centraalbouw te Muizen bij Leuven uit circa het jaar 990, de ongeveer evenoude Sint Jan te Luik, de Sint-Nicolaaskapel op het Valkhof te Nijmegen uit circa 1030 dan wel 1050, de Sint Maria te Ottmarsheim in de Elzas uit circa 1040 en een aantal meer, alle navolgingen van de befaamde Munsterkerk te Aken, door Karei de Grote tussen circa 790-800 gebouwd. Hij had deze reeks nog kunnen aanvullen met de voormalige, twintig- hoekige Sint-Walburgskerk te Groningen, door ons toegeschreven aan bisschop Bernold van Utrecht (1027-1054).2) De aanleiding tot het uiten van deze veronderstelling was gelegen in een mededeling van J. Berman uit het jaar 1834. Volgens deze auteur was men bij het afvoeren van het puin der in de nacht van 6 op 7 oktober 1832 door brand verwoeste, laat-gotische Sint-Lievens Monsterkerk en het bouwrijp maken van de ondergrond ten behoeve van de bouw der hui dige kerk gestuit op een „fondement in eene cirkelvormige rigting, welke middellijn buitenwerks ruim 27 ellen" bedroeg „en op hetwelk voor een gedeelte de fondamenten der St. L. M. Kerk zijn opgetrokken geweest".3) Op vernuftige wijze betoogde Van Agt nu, dat het om een verdwenen centraalbouw handel de, waarvan de gespaard gebleven funderingen juist pasten binnen de inwendige grondsla gen van het koor der laat-gotische kerk met haar drieledige kapellenkrans. De buitenom trek zou een zestienhoek hebben gevormd, rustende op een rondlopende fundering, waar binnen dan nog weer een basilicaal oprijzend middengedeelte zou zijn verrezen op een achthoekige grondslag. De veronderstelde centraalbouw zou, althans ten dele, nog over eind hebben gestaan toen met de bouw van het laat-gotische koor een aanvang werd ge maakt. In deze mening werd Van Agt nog gesterkt, omdat op afbeeldingen van het inwendi ge der kerk op de dag na de fatale brand van 1832 twee torentjes voorkomen aan weerszij den van de triomfboog. Deze torentjes bezaten een rechthoekige grondslag en droegen een achthoekige bovenbouw. Van Agt beschouwde de torentjes als overblijfselen van een west- bouw, die in oostelijke richting zou hebben aangesloten bij de door hem veronderstelde centraalbouw. Op bedoelde afbeeldingen waren aan de westzijde met halfronde boogjes aan de bovenzijde afgesloten spaarvelden zichtbaar, die zouden kunnen wijzen op een bouw werk uit de 11de eeuw. Het voorkomen van een dergelijk opzienbarend kerkgebouw te Zierikzee schreef Van Agt toe aan de sterke Vlaamse invloed in de graafschappen van Dirk IV, Floris I en Dirk V. Graaf Boudewijn V van Vlaanderen zou tussen 1047 en 1049 een palatium te Zierikzee heb ben doen zetten ter plekke van de vroegere Gravenhof, aan de westzijde van de Munster kerk. Hieraan zou vervolgens graaf Dirk V - mogelijk de eerste graaf die zich naar Holland, en niet langer naar „Fresia" noemt - op instigatie van voornoemde graaf Boudewijn een, volgens Van Agt aanvankelijk aan Sint Maarten gewijde kapel naar het voorbeeld van de Brugse Sint Donaas hebben toegevoegd. Graaf Boudewijn was van 1035 tot 1067 aan het 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1984 | | pagina 41