De Zierikseese padvindersgroep in 1915. De naam van hun adviseur, mr. S. R. Bakker, leeft voort in die van de huidige Zierikseese „scouting"-groep (fotoverzameling Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philips- land. Zierikzee). Bakker zich gemaakt had onder zijn vak- en leeftijdgenoten, die hij regelmatig ontmoet te in de sociëteit „De Vereeniging", anno 1802, waarvan hij blijkens de „Lijst der gewo ne leden op 1 januari 1906" en die van 1 januari 1939 een volle 33 jaar, d.w.z. een men senleeftijd, lid is geweest, t.w. van zijn ballotage in de week van 6-13 januari 1906 tot aan zijn dood op 15 januari 1939. In zo'n lange periode maakt men allesbehalve oppervlak kige kontakten met medemensen en het is dan ook naast zijn werkzaamheid als kanton rechter vooral aan deze langdurige vriendschappelijke relaties te danken, dat mr. Bak ker op de jonge „Jan Gabriel" de indruk gemaakt heeft van ,,'n wieze man mit 'n gróte maansenkènnes". Die vriendschappelijke gevoelens en wijsheid van oordeel blijken m.b.t. zijn deelneming aan het sociëteitsleven o.a. uit een post op de rekening der socië teit „De Vereeniging" over 1916: „(ontvangen van) Mr. S. R. Bakker, huur zaal 3 Mrt. '16 5,—". Hij was blijkbaar geneigd ook voor particuliere doeleinden de sociëteit fi nancieel te steunen. Verder blijkt zijn wijsheid en bezonkenheid van oordeel een enkele maal uit aantekeningen op interne correspondentie, die betrekking heeft op beleidsza ken van de sociëteit2! Uit dit alles komt een instelling van begrip en toenadering tot de medemens naar voren, die volkomen tegengesteld is aan de maar al te zeer als hoogste wijsheid geachte polarisatie van onze dagen. Dat blijkt op overtuigende wijze uit de her denkingsrede van een van zijn beste vrienden, mr. W. Nieuwenhuijsen, tijdens zijn be grafenis op 20 januari 1939. Daarin schetste deze mr. Bakker als „mensch en vrede brenger"3) en dat is wel het beste oordeel dat men over iemands leven kan uitspreken. Ook degenen die tot hem in dienstverband stonden, koesterden een diepe achting en ge- 101

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 103