ningsgroep in de richting van Haamstede is gevlucht. Omstreeks 16.00 uur arriveerde te Zijpe per stoomboot een detachement van 111-20 R.A. Zij was uit Mill teruggetrokken wegens halvering en gebrek aan munitie. Vuurmonden en mate rieel zijn te Anna-Jacobapolder achtergelaten. Intussen waren drie C V-verkennings toestellen met bommen opgestegen ter ondersteuning van de Peeldivisie. Na anderhalf uur keerden twee hiervan terug. Om 17.10 uur ontving Berdenis van Berlekom van de commandant van de le Marinetroe pen het bericht dat diezelfde nacht kleine snelvarende Duitse motorboten een poging zou den doen om troepen aan land te zetten op Schouwen. Uit de beschadigde vliegtuigen op het veld heeft men toen ijlings de niet beschadigde mitrailleurs (M23) gesloopt, alsmede uit de T V 858 het snelvuurkanon, en deze ter bewapening aan de stootgroepen gegeven. Al de stootgroepen gezamenlijk hadden slechts de beschikking over een mitrailleur! Het laatste loze bericht was afkomstig van le luitenant Van Rossum, commandant van de tweede stootgroep te Renesse. Hij meldde dat een grote Dornier-vliegboot laag kruisend en met verminderd gas achter de duinen bij de vuurtoren soldaten aan land had gezet. De wachten op de vuurtoren hadden echter niets gezien. Wel hadden zij lichtseinen waargeno men bij de Verklikker. Onderzoek leverde niets op. Wel werden nu stootgroepen op diverse punten in de duinen in stelling gebracht. De orders van deze dag luidden verder als volgt: „1. Het is voor alle burgers verboden tus- schen 20.00 uur en 08.00 uur op straat te verkeeren. 2. Vanaf 02.45 uur volledige graad van strijdvaardigheid. 3. Alle militairen nemen alleen bevelen aan van hun eigen bevelvoerende officieren, die zij dus persoonlijk kennen. Dit geldt in het bijzonder, waar het betreft beve len omtrent terugtrekken of verplaatsen. Deze bevelen zoo mogelijk schriftelijk ingeval tus- schenpersonen moeten worden gebruikt. Op eigen initiatief zich aan de opgedragen taak onttrekken, kan de kogel ten gevolge hebben." Hierop volgde nog een nadere order van De Ruyter van Steveninck dat: lederen dag te 15.30 uur opgave verstrekt moet worden aan de verplegingsofficier omtrent sterkte en juiste plaats in het terrein van alle stootgroepen." In het licht van de gebeurtenissen die dag alles zins begrijpelijke maatrgelen. Maandag 13 mei 1940 Om kwart voor drie 's morgens waren alle stellingen bezet. Ruim een uur later doken vanuit de wolken ten noorden van Haamstede plotseling een twintigtal Messerschmidt 109-jagers en bestookten met hevig mitrailleurvuur een uur lang het vliegveld en omgeving. Beide manschappenbarakken van het detachement Haamstede vlogen in brand, terwijl op één na alle vliegtuigen werden vernield. Ook de vuurtoren, boerderijen en huizen in de directe om geving moesten het ontgelden. Er sneuvelde één soldaat en zeven raakten gewond. Het mo reel was door deze aanval opnieuw ernstig geschokt. Met de soldaten viel nauwelijks meer iets te beginnen, vooral niet toen ook nog eens geruchten gingen van vijandelijke parachu tisten die waren geland in de duinen bij Westenschouwen. De commandant van de 3e Compagnie Bewakingstroepen meldde even later dat Engelse vliegtuigen in een luchtgevecht boven zee de Duitsers hadden verjaagd. De vuurtorenwach ter had echter niets gezien. In opdracht van het Commando Zeeland werd nu het vliegveld onbruikbaar gemaakt. Dat gebeurde door boerenwagens die gevuld waren met zand en waarvan de wielen doorstoken waren met ijzeren staven, verspreid over het vliegveld op te stellen. Onder iedere wagen la- 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 127