Noten 1 Zierikzeesche Nieuwsbode 11 mei 1940. 2 L. W. de Bree. Zeeland 1940-1945. Deel 1. 84. 3 In werkelijkheid probeerden slechts hier en daar in Zeeland bemanningsleden van getroffen Duitse vliegtuigen zich met hun parachute in veiligheid te brengen. Dat Duitse parachutisten neerkwamen werd van omstreeks 200 plaatsen gemeld (De Jong). 4 Zierikzeesche Nieuwsbode 25 april 1940. 5 Zierikzeesche Nieuwsbode 8 mei 1940. 6 Majoor Sas berichtte op maandag 6 mei dat ..Fall Gelb" op woensdag 8 mei zou plaatsvinden. Dit leidde op 7 mei tot een reeks militaire voorzorgsmaatregelen, waaronder de intrekking van de verloven. Donderdag 9 mei was een deel van de verloven alweer toegestaan. Men geloofde dat de ergste spanning voorbij was. „De bui dreef blijkbaar over" (De Jong). 7 L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 2, 364. 8 Isiah Berlin, Historical Inevitability, 67. 9 J. P. Berdenis van Berlekom, Enige persoonlijke ervaringen uit de periode voor 10 mei 1940. 1. 10 Berdenis van Berlekom heeft voortdurend aangedrongen op verplaatsing van de vliegschool naar Frankrijk met het doel een nieuwe formatie van de Luchtstrijdkrachten te vormen. 11 De Bree zegt op blz. 99 van zijn boek. Zeeland 1940-1945, dat het verplaatsen van de commandopost plaats vond na het bombardement. Dit zou de oorzaak zijn van de muiterij onder de troep. Gebleken is echter dat de commandopost al voor het bombardement was verplaatst. De muiterij was puur het gevolg van het bombarde ment zelf en de loze geruchten over landingen van vijandelijke troepen. De soldaten waren niet opgewassen tegen een dergelijke spanning. 12 Berdenis van Berlekom, Dagboek. 3. 13 L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden. Deel 3, blz. 435-436. De soldaten in Zeeland stonden al onder druk van beschietingen en geruchten. De nervositeit werd nog eens versterkt door de aankomst van gedemo raliseerde troepen uit Noord-Brabant die sterk opgaven over de onoverwinnelijke kracht van de Duitsers. Toen nu 's avonds de 14e mei duidelijk werd dat de Nederlandse troepen in de rest van het land de strijd had den gestaakt, zagen de soldaten het al helemaal niet meer zitten. De bereidheid om te vechten was tot het nul punt gedaald. Bronnen Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland. Gem. Westerschouwen. Archieven Gemeente Haamstede, inv.nrs. 43 en 397. De Westhoek, 3e jaargang (1935), 2. Centraal Archievendepot, Ministerie van Defensie, Dagboek van Res. Kapt. Wn. Ir. J. P. Berdenis van Berlekom. B 119; Eenige persoonlijke ervaringen van Res. Kapt. Wn. Ir. J. P. Berdenis van Berlekom; Gevechtsbericht van Maj. J. C. A. Meyer, E 59; Res. Luitenant A. Busser. Velddagregister van het Detachement Haamstede van het De pot der Luchtstrijdkrachten, 3e Regiment, B 119 en Verslag Marine Kustwacht Schouwen, Nederlandsch Weer machtsarchief, A 1 nr. 108. Zierikzeesche Nieuwsbode. 96e jaargang (1940). Literatuur Bree, L. W. de: Zeeland 1940-1945. Deel 1. Middelburg, 1979. Jong, L. de: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, Deel 2 en 3. 's-Gravenhage, 1970. Stuvel, F. M. J. en C. D. Kamerling: De strijd op Nederlands grondgebied tijdens de Wereldoorlog II. Hoofddeel III. Deel 6. De strijd in Zeeland. Mei 1940. 's-Gravenhage. 1954. 130

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 132