Tot de inundatie van 1944 waren hier resten van deze begroeiing te zien. De kroniekschrij ver Smallegange meldt hierover aan het eind van de zeventiende eeuw „Van de seer schoone en aengename plantagie die langs de Schouwse duinen en waranden van ouds we gens de bequame en opene grond gequeekt pleeg te worden daer bij geheel oude lieden ver- haelt word dat er seer grote Eickenboomen plachten te groeien selfs tot sodanige hoogte en dikte dat sij wel tot hondert guldens, ja twintig ponden vlaems het stuk verkocht zijn f 120,—). Deze plantagie gaet met een seer lange rije meer als van twee uuren weegs door de vermakelijke Dorpen van Renisse, Haemstede, Burgh en Westenschouwen". Noordwelle behoort, hoewel niet uitdrukkelijk genoemd in deze beschrijving ook met zijn noordelijk deel tot het aangegeven gebied. Zoals de foto's uit het begin van deze eeuw tonen, moet ook „De Helle" omzoomd met bre de grachten, royale tuinen en met hoog opgaand hout 's zomers een waar lustoord geweest zijn. Ook de veldboeken vermelden in deze omgeving menig perceel als bos. In de vorige eeuw kapte men het grootste gedeelte. Wat „De Helle" betreft, blijkt uit de veldboeken van 1599 en 1676 (de tussenliggende ont breken) dat de boerderijnaam „De Helle" afkomstig moet zijn van twee bevangen (oude ka velverdeling op Schouwen), die westelijk van de Helledreef lagen. Het gaat hier om het elfde bevang van Noordwelle, het „Hellewekken" geheten en het twaalfde dat aangeduid wordt met „Hellebevang". 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 26