Het bevang waarin „De Helle" tussen 1599 en 1676 werd gebouwd, heette echter ,,De Nieu-
wendijk". Dit grensde westelijk aan het Hellebevang.
De naam „De Helle" is niet met zekerheid te verklaren, maar ze is ongetwijfeld eeuwen ou
der dan de boerderijnaam. Het oude Schouwse woord „haele", betekent „laagte". Oudere
mensen gebruiken nu nog wel de term: op dat land zit een „haele". Daarmee geven ze aan
dat het perceel oneffen is, dat er een „laagte" is. Overigens komen woorden met Helle of af
leidingen daarvan door geheel Nederland voor. Zo treffen we ook op Dreischor (aan de
noordzijde van de polder) een Helleweg aan. Ze houden meestal verband met water. Zo
bestaat er volgens J. M. T. Hefting relatie tussen Ellemeet en Helle. In een door hem gege
ven H.B.S.-dictaat uit 1949 beweert hij: „Ellemeet ontstond als opwas in de westelijke arm
van de Hilchersee „De Elle". Het woord „meet" betekent in het Zeeuws „maailand", dat wil
zeggen land bestemd om te maaien, niet om beweid te worden. Met Ellemeet bedoelde Hef
ting waarschijnlijk Oudendijke („den Ouwendiek"), want anders is zijn bewering niet slui
tend te krijgen, tenzij er in deze omgeving meerdere afgedamde geulen met de naam „(H)el-
le" waren.
Op het kaartje bij het artikel van Dr. Ir. S. F. Kuipers over „Dammen en dijken uit de 11e
en 12e eeuw in de polder Schouwen" (Kroniek van het Land van de Zeemeermin, 1982) is
te zien dat de oude Helledreef als een dijkje werd aangelegd en zo een diepe geul richting
Moermond afdamde. Daardoor kon deze geul niet meer volslibben en bleef tot de verkave
ling in de jaren vijftig als een laagte in het landschap (Hellebevang) bestaan. Deze afgedam
de geul kan naar onze mening gezien worden als een „haele", „g(h)eule", elle of helle.
Eerst in het veldboek van 1676 wordt op deze plaats een hoeve genoemd, maar deze draagt
nog niet de naam „De Helle".
De Encyclopedie van Zeeland citeert de foutieve informatie van Van der Aa uit 1844 (zie
deel II bij Noordwelle, pag. 407 e.v.) die veronderstelde dat „De Helle", vanouds de burg
van de heerlijkheid Welland moet zijn geweest. Foutief, omdat het veldboek van 1599 geen
bebouwing op deze plaats aangeeft. Op een kaart van Blaeu uit 1662, afgedrukt in Zeeland
in oude kaarten, wordt wel een hoeve of huis vermeld, maar ook hier ontbreekt de naam
„De Helle".
Velen hebben gegist naar de oorsprong van deze intrigerende naam. Zo beweert J. C. de
Man: „De grote hofstede „De Helle" een oude benaming die of aan Helium herinnert, of in
alle gevallen aan een voormalige kolk". Ter verduidelijking: Helium of Helinium was de Ro
meinse benaming voor de brede Maasmond ten zuiden van Monster, dus tamelijk ver verwij
derd van het Schouwse Ellemeet om direkt verband te kunnen leggen.
Het „steenen huis" te Noordwelle dat in 1301 genoemd wordt (zie Encyclopedie van Zee
land, deel II, blz. 407) is niet met zekerheid op de plaats van boerderij „De Helle" te locali-
seren, maar hoogst waarschijnlijk op de plaats waar de hofstede „Welland" (vroeger Dorps-
zigt) zich nu bevindt.
Een overlevering vermeldt dat Nicolaas de Bruijne in de vorige eeuw uitgebreide funderin
gen aantrof met zelfs een ronde hoektoren. Die vondst kan erop wijzen dat „De Helle" oor
spronkelijk een oppervlakte had die tweemaal zo groot was. De tegenwoordige noordwest
muur zou dan binnenmuur zijn geweest. Ook de merkwaardige dakconstructie kan op ver
kleining van het gebouw wijzen. De hoektoren moet gezocht worden bij het tegenwoordige
bunkertje aan de noordwestzijde.
25