Johanna Lena van der Slikke-Bolier in Thoolse Cornell's van der Slikke. dracht. (Poortvliet 1855 - Noord we lie 1932) (Poortvliet 1847 - Noord we Ile 1924) Foto's ca. 1900. (Familiebezit J. v.d. Slikke) De eigenaar Nicolaas de Bruijne kwam iedere zomer zes weken logeren op ,,De Helle" waar hij de grote noordwest kamer voor zich zelf had met een eigen slaapkamer boven. In Brou wershaven werd hij dan van de tram gehaald met Van der Slikke's rijtuig, na 1915 van het station te Noordwelle. Als Meneer De Bruijne kwam, werd vooraf extra schoongemaakt, ge harkt en geschilderd. Alles moest keurig in orde zijn op ,,De Helle". De Bruijne vond het altijd erg gezellig bij het grote gezin Van der Slikke waar hij naar harte lust lekker en veel (te veel) kon eten van o.a. het zelf gebakken brood. De eerste week was hij dan steevast ziek, want thuis in Sloterdijk was schraalhans keukenprins. Onder protest werd hij dan ook al gauw op rantsoen gezet. Hij wandelde veel en bezocht dikwijls de burge meestersfamilie Bolle te Haamstede. Na De Bruijne's overlijden in 1924 kócht Van der Slik ke ,,De Helle" voor f 1.000,— per gemet inclusief de gebouwen van de erfgenamen. Willem de Bruijne, de neef uit de Kongo, regelde dit. Hetzelfde jaar overleed Van der Slikke Sr. Zijn zoons Dingenus (geb. 1902), Izaak Adriaan (geb. 1885) en Adriaan Izaak (geb. 1882) met twee zusters Elisabeth „Liesbeth" (geb. 1897) en Jacomijntje Pieternella „Jikkemien" (geb. 1879), die allen ongehuwd bleven, zetten het bedrijf onder leiding van Adriaan (de oudste) voort. Een andere broer, Johannis (geb. 1894), huwde in 1925 Pieternella Moelker. Zij gingen een eigen bedrijfje beginnen met enkele percelen van ,,De Helle" aan de overzij de van de weg tegenover het inrijhek. Daar stond een personeelswoning, die altijd al ,,'t He meltje" had geheten. (Blijkens een in een venster ingekrast jaartal gebouwd in 1758.) Er werd een wagenhuis, kapschuur en koe- en paardenstal bijgebouwd. De Van der Slikke's, zowel die van ,,De Helle" als uit ,,'t Hemeltje" zagen in de oorlogsjaren letterlijk hun „boerenhemel" instorten. Zij moesten weg uit het geïnundeerde „Sperrgebiet". De Duitse bezetters namen „De Helle" in gebruik als commandopost en bra- 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 38