Stolpe ,,'t Rietveld" als eenzame wachter in de Moeren van Schouwen (foto Van Immerzeel 1906. coll. W. P. de Vrieze) In mijn jonge jaren was veeteelt al niet meer het belangrijkste middel van bestaan, want veel boeren gingen op de akkerbouw over. Die verandering is natuurlijk ook van invloed geweest op de functie en de vorm van de stolpboerderijen in latere tijd: het werden veel meer opslag plaatsen voor graan dan onderkomens voor het vee. Door de overgang naar de akkerbouw verdween de noodzaak om gras- en bouwland om de stolpe te hebben, en in mijn jeugd waren er dan ook al vrij veel boeren die hier en daar. een eind van hun huis af, akkerland hadden liggen. In bepaalde streken, waar bijna geen bouw land voorhanden was, ik denk hier aan Midden-Schouwen, zat er voor de boeren zelfs niets anders op dan hun grond een eind verderop te zoeken. Zo ging de compacte eenheid van de traditionele stolpboerderij verloren en ontstonden er gemengde bedrijven. Wanneer ik goed ingelicht ben, is een dergelijke versnippering van grond niet alleen op geografische omstandigheden, maar ook op economische oorzaken terug te voeren. In de loop van de geschiedenis zijn heel wat boerengezinnen door ziekte en armoede aan hun einde gekomen. Zo moeten er omstreeks 1700 of wat later een stuk of zeven bedrijven rond Nieuwerkerke-Schutje jarenlang onverpacht zijn gebleven. En wat ontstaat er dan? De eigenaar of beheerder vertrekt naar een andere streek of grond en wat achterblijft is weldra een haveloos geval, doordat de tand des tijds knaagt aan wat eertijds nog goed en duurzaam leek. Maar al stort de stolpe in, het land blijft liggen en daar profiterden natuurlijk de boe ren uit de omliggende gebieden van, die nog wat contanten in de beurs hadden om goedko pe weilanden te verwerven. De oudere landbouwers of die daarbij betrokken zijn, kunnen zich wellicht nog herinneren, dat vooral in het midden van Schouwen er verschillende boe ren uit Zonnemaire, Dreischor, Noordgouwe, Ellemeet enz. hun dikwijls grote weilanden in dat lage gebied hadden. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 44