Plattegrond (1 200) van „De Stolpe" aan de Arkelweg te Kerkwerve, eigenaar Jan Hanse (uit R. C. Hekker, De Schouwse Stolp, Arnhem, 1985, p.16). De laatste kant volgend, trof men in het midden de mendeuren en daarnevens een tasruim- te aan voor eventuele graanberging. Omdat de kleinere stolpen niet voldoende hoog waren voor de mendeuren, had men aan de buiten- en binnenzijde daarvan sleuven gegraven om de volgetaste wagen naar binnen te kunnen rijden. Boven het grondoppervlak, dat hiervoor is omschreven, lag boven de woning een gedeelte lijk afgesloten zolder, die dikwijls als slaapvertrek diende. Ook boven de veestalling bevond zich een zolder. Over het algemeen besteedde men niet veel onderhoud aan het inwendige van de boerderij, zeker niet aan de zolders die weinig van weer en wind hadden te verduren. Ik herinner me nog een mooi verhaal, dat ze me vroeger eens hebben verteld. Op een nacht was een os uit zijn stal losgebroken en op onderzoek uitgegaan. Vanaf de stalruimte beland de het beest in het middengedeelte waar een niet meer zo'n hoge hooitas lag die bovendien enigszins schuin afliep. Strompelend en klauterend kwam de ontsnapte op de hogergelegen zolder terecht, maar zijn gewicht was te zwaar voor de tweehonderd a driehonderd jaar ou de planken. Hij zakte er met zijn poten finaal doorheen en de boer en zijn knechten moesten heel wat slepen en trekken om hem eruit te krijgen. Zelf liepen ze daarbij natuur lijk ook gevaar naar beneden te zakken. Gezien de ouderdom van deze stolpen is het voor gaande best mogelijk, want zolders van 200 of 300 jaar oud kunnen niet veel weerstand meer bieden. Wanneer de buitenkant versleten raakte, werd deze wel vernieuwd, dit ge doogde geen verwaarlozing, maar ach, zo'n zoldering wat gaf het, hij had immers weinig te verduren. 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 48