De stolpboerderij aan de Verseputseweg ca. 1937 (Foto R. ten Kate, Zierikzee in coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland) was het thuisland van de paling. Nu is de paling daar nagenoeg verdwenen als gevolg van de lagere waterstand in sloot en vaart. In latere tijden hebben de boeren in de winter misschien ook gewerkt aan de dijkbouw en de oeververdediging op de zuidkust van Schouwen. Toen in 1878 het stoomgemaal begon te pompen zal dat niet meer nodig zijn geweest. Daarvóór echter was het gebied van Mori- aanshoofd naar Brouwershaven één watervlakte, die je in de winter per schaats dwars kon oversteken. Men moest dan ook op sommige plaatsen kaden rondom de stolpe aanleggen om de wateroverlast te weren. Alle werk buiten de stolpe lag dan vanzelf stil. Zoals reeds verteld, veranderden de stolpboerderijen in de laatste eeuw veel van weidebe- drijven in gemengd bedrijf en tenslotte in akkerbouwbedrijf. In 1953 was dit proces nog niet voltooid: de watersnoodramp en de latere herverkaveling met nog betere ontwatering maak ten een definitief einde aan deze ontwikkeling. Toen het bedrijf van karakter veranderde, bezorgde dat de boer natuurlijk een hoop extra werk. Het egaliseren van de bodem en het omspitten van de weiden, waarvoor heel wat mankracht vereist was, geschiedde in de winter en als vanzelf kregen de daarop te verbou wen gewassen in de zomer hun verzorging en eindbestemming. Natuurlijk heeft de akkerbouw wat meer levendigheid op het land gebracht, maar van de stilte en verlatenheid die hier vroeger op het platteland heersten, kunnen we ons nu moei lijk een voorstelling maken. Vooral toen Schouwen nog één groot watergebied was lagen de stolpboerderijen geïsoleerd over het land verspreid. In die tijd was de Schouwse schuit vaak het enige vervoersmiddel. Daarvan maakte bijvoorbeeld de molenaar gebruik. Hij bracht meel mee van zijn molen en nam op zijn retourvracht tarwe of paardebonen mee terug om gemalen te worden tot veevoer. Een ander voorbeeld van het vervoer over het water is hier ook het vermelden waard. Wan neer op de boerderij een koe tochtig was, gaf de boer door een of ander teken dit te kennen aan de stierhouder en deze voer per schuit met een aldaar achter lopende of soms zwem- De stolpboerderij in de overstroomde polder Schouwen in 1953. (Foto in coll. Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland en Sint Philipsland) 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 52