Schouwen-Duiveland is in 1949 ook de keuringsplicht voor huisslachtingen gekomen. De
laatste ontheffing van keuringsplicht bij huisslachtingen is in 1955 voor de gemeente Made
en Drimmelen ingetrokken.
In de beginjaren van de verplichte keuring werd op Schouwen-Duiveland ongeveer 10% van
de huisslacht of delen hiervan afgekeurd, voornamelijk op TBC. Oorzaken van de snelle
achteruitgang van de huisslacht zijn o.a. de verordening dat ook op de dorpen geen varkens
meer in de bebouwde kom gehouden mogen worden, landarbeiders zijn er bijna niet meer
en de levensstandaard en leefgewoonten zijn danig veranderd. Thans worden nog slechts
enkele tientallen varkens per jaar door middel van „huisslacht" geslacht en wel voorname
lijk te Bruinisse. Nog steeds echter spreekt men op ons voormalige eiland over „de
slachter", wanneer men de slager bedoelt, terwijl de meeste moderne slagers geen dier meer
slachten.
Varkenshoudersverenigingen
De „huisslacht" was vooral bij de arme landarbeider zeer populair en een bittere noodzaak.
Ieder gezin had wel een varken dat als een spaarpot voor de komende winter vet gemest
werd. (Wellicht dat de klassieke spaarpot daarom meestal de vorm van een vet varkentje
heeft.)
Eén van de laatste ouderwetse varkenskotjes, anno 1985 nog in gebruik bij St. van de Velde te Zonnemaire.
Let op het „potlak" huislookop het dak. Men meende dat dit de kwade geesten uit de stal hield. Foto: M.K. Buth.
56