De laatste ogenblikken van een varken in 1947 op de boerderij van Koos v.d. Stolpe, tegenwoordig de boerderij van Joh. v.d. Slikke, aan de Hoge weg te Ellemeet. Met penschietapparaat IV. A. van Nieuwenhuizen uit Brouwers haven, aan het touw zijn zoon Com. van Nieuwenhuizen. Foto: Com. van Nieuwenhuizen, Brouwershaven. In de meeste dorpen waren een aantal speciale „slachtvelden" in gebruik om de varkens te steken en te branden. Daarna werden ze verder afgeslacht bij het huis van de eigenaar. De ,,brandplekken" waren veiliger i.v.m. brandgevaar voor de huizen in het dorp. In Renesse was de „brandplek" midden in het dorp. in de ring, voor de slagerij van slachter Evertse. In Haamstede werd meestal gestoken en gebrand achter de slagerij van slachter Beije, de huidige parkeerplaats achter slagerij Simmers. Zierikzee had een bepaling dat er niet gebrand mocht worden binnen 40 meter van de openbare weg. De plaats waar in Zierik zee 's morgens vroeg al diverse slachters hun slachtoffer aan het branden waren, was bij het „vildersuusje", tegenwoordig de Peugeotgarage, dus buiten de stad. Het doodmaken van een varken ging als volgt: door de knecht werd de achterpoot onderuit getrokken, tegelijk greep de slachter het zware varken bij de haren op de rug en trok het op de rechterzijde. Met de rechterhand trok hij onder de kin de kop omhoog en zette zijn been over de kop, met de linkerhand trok hij de bovenliggende voorpoot naar achteren en dan steken, een snelle haal door de strot, want dan gilde het varken niet zo, en daarna richting hart. Het bloed gutste uit de wond en binnen één minuut was het varken dood. Soms moest het bloed in een schaaltje opgevangen worden; met één hand werd het schaal tje opgehouden, met de andere hand daarin geroerd om het bloed niet te laten stollen. Dit bloed werd later in een darm gedaan en met zout, peper en stukjes spek gekookt tot bloed worst; dit werd bij rodekool gegeten. Op Schouwen-Duiveland was men overigens niet zulke liefhebbers van bloedworst. Het steken van een varken was wel een kwestie van handigheid, sommigen lukte het nooit in één steek, dan werd er flink „gewroet" met het steekmes, dit was een ware slachtpartij. 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 62