Op 18-jarige leeftijd werd hij te werk gesteld bij een winkelier in hoeden en petten. Daar toonde hij zich met een vriendeljk voorkomen, maakte praatjes en werkte hard. Na de slaapkamer geschilderd te hebben, raadde hij de winkelier aan in een ander vertrek te gaan slapen, omdat de lucht van de verf een nadelige invloed zou kunnen uitoefenen op de ge zondheid. Dit werd door de vrouw van de hoedenwinkelier afgewezen. Willem vertrok na gedane arbeid naar huis. Om vijf uur 's morgens was hij er weer aanwezig, nu echter met an dere bedoelingen. Hij klom op gevaar af zijn nek te breken over twee muren heen en bereik te zo het raam van de slaapkamer, dat door hem werd opengeschoven. Hij keek en luisterde en kwam tot de conclusie dat het echtpaar slapende was. Daarop wipte hij de kamer binnen en graaide een gouden horloge weg dat hij de vorige dag had ontdekt. Hierna vertrok hij even stil als hij binnen was gekomen. Een paar uur later verscheen Willem weer, maar nu voor zijn gewone werkzaamheden. Daar hij reeds een zilveren horloge had en nu een gou den bracht hij het zilveren naar de bank van lening en verborg het gouden. De politie was van de verdwijning inmiddels op de hoogte gesteld. Men kwam bij de winkelier een onder zoek instellen en hoorde dat er een zekere Willem Anthonisse had gewerkt. Van de Com missaris een goede bekende! Na een verhoor door Commissaris Borrendamme, die inmid dels te weten was gekomen dat hij een horloge had beleend, bekende hij. Heel Zierikzee stond versteld hoe het toch mogelijk was geweest in deze kamer binnen te dringen, op klaarlichte dag, terwijl de mensen er lagen te slapen. Dagenlang werd erover gepraat. Het Hof van Zeeland te Middelburg veroordeelde de jeugdige dief tot achttien maanden gevan genisstraf. Na zijn vrijlating merkte men spoedig dat hij nog niet veel had geleerd. Hij bezocht vele kroegen en niemand vertrouwde Willem. Moeder Anthonisse huwde in 1852 met de visser Nicolaas Stokkel; beide erkenden Willem als hun zoon waardoor Willem de naam van zijn stiefvader kreeg. Het gezin vertrok kort daarna naar Leiden waar hij een goede bekende werd van de politie. Na vele misdrijven belandde hij voor drie jaar in de gevangenis te Hoorn. Op 21 september 1858 werd hij in Hoorn uit de gevangenis ontslagen. Kort daarna kocht hij in Rotterdam een groot zakmes, een pistool, kruit en ganzenhagel. stak zich in een zwart pak en grijs zij den vest en besloot zijn geboorteplaats Zierikzee met een bezoek te vereren. De diefstal Willem Stokkel arriveerde met de Middelburgse stoomboot op donderdag 23 september 1858 te Zierikzee. Hij wandelde door en om de stad en bezocht verschillende herbergen terwijl hij inlichtingen inwon. Door zijn lange afwezigheid, zijn veranderd voorkomen en door zijn keurig zwart pak werd hij door niemand herkend. Hij was van middelbare lengte, zag erg bleek, had bruine ogen, een zorgvuldig onderhouden donkere ringbaard en donker haar. Na alles bekeken te hebben begaf hij zich vrijdagsavonds om vijf uur naar de herberg Het Groenewoud, gelegen even buiten de Noordhavenpoort aan de Grachtweg. Hier bestelde hij een paar boterhammen en een kruik bier. Tot half negen hield hij zich bezig met het lezen van de Zierikzeesche Nieuwsbode. Op het laatst werd hij meer spraakzaam en vertelde wel eens meer in Zierikzee geweest te zijn, maar er niet meer dan twee of drie personen bij naam te kennen. Hij vertelde dat hij met de diligence van Zijpe was gekomen, dat hij nog geen logement had om de nacht door te brengen en dat hij de volgende morgen naar Re- nesse wilde gaan. 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 72