Justitie liet huiszoeking verrichten, echter zonder resultaat. Commissaris Borrendamme liet zijn agenten inlichtingen inwinnen in de logementen. Zelf begaf hij zich met twee agenten naar Het Groenewoud, waar hij hoorde van de vreemdeling die naar Renesse moest. De agenten werden op onderzoek uitgestuurd. De Officier van Justitie had inmiddels opdracht gegeven om de veren Zijpe en Viane te kontroleren en na vraag te doen. Bij de terugkeer in de stad ontmoette de politiecommissaris de rijksveldwachter Van Hoorn. Hem had de Commissaris in het bijzonder opgedragen te informeren in de herberg te Ka- pelle, liggend in de weg naar beide veren. Daar had de herbergier Droogendijk na enige aandrang zijn verhaal verteld van de onbekende persoon, die hij naar Zijpe had gebracht. Het signalement van de man stemde geheel overeen met die van de onbekende man uit de herberg Het Groenewoud. De Commissaris van Politie begreep dat snel gehandeld moest worden. In overleg met de Officier van Justitie werd besloten de achtervolging in te zetten. Na enige discussie bood mr. J.P.N. Ermerins, procureur en neef van mr. J.J. Ermerins, zich aan mits hij een justitie- beambte meekreeg. Daartoe werd aangewezen de brigadier-rijksveldwachter R. Staats. Om elf uur reed men naar Zijpe, vergezeld van Commissaris Borrendamme. Kort spraken ze met kastelein Droogendijk in Kapelle en haastten zich naar Zijpe. Daar spraken ze de veerman, die de dief had overgezet. Dadelijk lieten de procurier en de brigadier zich over zetten naar Anna Jacobapolder. In Sint Philipsland vonden ze de man, die de dief had over gebracht naar Steenbergen. In die plaats was de koetsier nog niet terug, maar men hoorde dat de onbekende naar Dinteloord en Oudenbosch wilde gaan. Met een kar en paard ging het tweetal speurders daarheen, spraken onderweg een broer van de koetsier, die kon mee delen dat de dief niet in Roosendaal was en kwamen bij een tol waar ze vernamen dat de koetsier was doorgereden en nog niet terug was. Kort daarop ontmoetten zij de persoon die de dief naar Zevenbergen had gebracht. Om zes uur arriveerden de speurders in Zevenbergen en hoorden zij dat de dief twee uur geleden naar Sleeuwijk was vertrokken. Het was inmiddels half drie 's nachts, precies 24 uur na de diefstal, toen de achtervolgers in Sleeuwijk aankwamen. De ontknoping Dadelijk liet brigadier Staats de herberg afzetten en posteerde zich voor de slaapkamerdeur van de dief. Inmiddels begaf procureur Ermerins zich naar de burgemeester en de veld wachter. Het duurde een uur voordat Ermerins met die veldwachter terug was bij de her berg. De brigadier gaf opdracht twee kaarsen aan te steken opende de deur en trad onver schrokken binnen". De dief lag te slapen en werd wakker geschud. ,,De gewekte keek niet zeer vriendelijk" toen hij werd gedwongen om op te staan. Op zondag 26 september werd naar Zierikzee getelegrafeerd dat de dief gevangen was en spoedig verspreidde dit nieuws zich door Zierikzee. Dit was zeer tegen de zin van de Com missaris, die niet wist welke bekentenis de dief had afgelegd en in het bijzonder of er mede plichtigen waren, die zich wellicht nog in Zierikzee bevonden. De Commissaris vreesde dat die medeplichtigen zich snel uit de voeten zouden maken, nu zij hoorden dat de dief gevat was. Naast een scherp toezicht op alle verdachte personen gaf de Commissaris bevel tot een strenge kontrole bij alle uitgangen van de stad en door de Officier van Justitie werd hetzelf de gedaan ten aanzien van de veren. Per telegraaf vroeg de Commissaris aan de Officier van Justitie in Gorinchem of de dief me- 75

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 77