In 1857 werd ook de Kleine- of Gasthuiskerk van gasverlichting voorzien. Voorheen werd deze kerk met kaarsen kronen verlicht. Foto omstreeks 1914. In 1927 werden de gaslampen door fraaie gaskronen vervangen. vaarlijk soort nieuwlichterij vonden. Er kon nooit iets goeds van komen. Er zouden onge lukken gebeuren. Om het gasverbruik in goede banen te leiden, werd door de heer J. H. Ochtman Johz. een boekje uitgegeven, getiteld: ..Wenken voor gasverbruikers", dat men voor de prijs van vijftien cent kon aanschaffen. Hierin adviseerde men ondermeer om in de winter de gasmeter met stro in te pakken om bevriezing van het in de meter aanwezige wa ter te voorkomen en er bij strenge vorst een warme kruik bij te plaatsen. Kinderziekten Toch leken de tegenstanders van het gas voorlopig gelijk te gaan krijgen, want reeds op 26 januari 1857 moest de gastoevoer worden gestaakt wegens moeilijkheden met de gashou derkuip. Op 18 februari werd de produktie hervat maar op 2 juni trad wederom stagnatie op, welke tot 24 juli duurde. Ook in de periode tussen 31 juli en 26 augustus kon vanwege een gebarsten gashouderkuip geen gas worden geleverd en men kon dan ook terecht zeg gen dat het bedrijf metkinderziekten" kampte. De Zierikzeese burgerij vond het een nogal bedenkelijke zaak maar de jeugd vond het prachtig nog eens terug te keren naar de sche merachtige olieverlichting van vroeger. Als de avond viel, trok ze zingend door de straten. De tegenstanders van de gasverlichting hieven hierbij in koor een gezang aan: ,,Oh, wat een schande, het gas dat wil niet brande". 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 85