Ruimtegebrek Een belangrijke factor die van meet af aan een efficiente bedrijfsvoering in de weg stond, was een nijpend gebrek aan ruimte om de benodigde steenkool op te slaan. Daar de kolen in één partij werden ingekocht op het moment dat de prijzen laag waren ('s zomers dus) was men genoodzaakt een deel van de voorraad buiten de fabriek op te slaan hetgeen extra kosten en arbeid noodzakelijk maakte. Behalve steenkool waren bij de bereiding van het gas natuurlijk nog andere produkten no dig. Zo gebruikte men in de eerste plaats nogal wat water, hetgeen men voor de komst van de waterleiding in hoofdzaak uit de Zoete Gracht betrok. Verder zuiverde men het gas door het door ongebluste kalk te leiden terwijl ook een oplossing van koperrood werd gebruikt. Het zou te ver voeren hier een gedetailleerde omschrijving van het productieproces te ge ven temeer daar in de loop der jaren nogal wat wijzigingen werden aangebracht. In elk geval ontstonden naast het gas nogal wat bijprodukten zoals o.a. cokes en teer welke men even eens verkocht. Zo bedroeg de opbrengst van deze produkten in 1857 f 659,40 en in 1858 zelfs f 1.412,95V2. Ook voor deze stoffen was onvoldoende opslagruimte beschikbaar. An dere afvalstoffen en ammoniakwater loosde men eenvoudig op het Havenkanaal. Tenslotte was ook de beschikbare opslagruimte voor geproduceerd gas aan de krappe kant. Deze voorraad was nodig om onder alle omstandigheden zoveel mogelijk een continue gasdruk te kunnen garanderen. Niet winstgevend In 1857 leed men een verlies van f 188,99'/2, maar in dat jaar betaalde men ook de verzeke ringspremie voor zeven jaar tegelijk, zodat eigenlijk van een kleine winst sprake was. Veel winst heeft dit nutsbedrijf de gemeente echter nooit gebracht en het bijpassen van het te kort was meer regel dan uitzondering. Door de toename van het gebruik en de doeltreffen der exploitatie werd het in de loop der jaren mogelijk de gasprijs iets te doen dalen. Be droeg deze in 1857 nog eenentwintig cent per kubieke el, met ingang van 1 januari 1858 verlaagde men de prijs naar negentien cent en per 1 juli 1860 naar achttien cent. In 1865 ontdekte men dat in de opslagmagazijnen van de kolen voor een beter luchttoevoer gezorgd diende te worden, dit om kolenbroei - waarbij door een chemische reactie de kolen zo warm kunnen worden dat ze vanzelf gaan branden - te voorkomen. Op 31 december van dat jaar waren 321 particulieren in Zierikzee aangesloten op het gas net met een totaal verbruik van 68377 kubieke ellen. Men kan zonder meer stellen dat de (vroege) komst van het gas in Zierikzee van veel belang voor de ontwikkeling van de stad is geweest. We hoeven maar te denken aan de verlichting in restaurants en de etalages van winkels. Ook voor het straatverkeer werd een nieuwe fase ingeluid. Langzamerhand begon het gas ook bij de industriële produktie zijn rol te spelen. In 1907 waren reeds 9 gasmotoren met een gezamenlijk vermogen van 42'/2 PK aangeslo ten. Gevoelig verlies Een nadeelkantje van dit alles is het verlies van het beroemde drieluik geweest dat Zierikzee door het gas heeft verspeeld. Dit drieluik, daterend uit het eind van de vijftiende eeuw, stel de „Het laatste oordeel" voor met op de vleugels de portretten van Philips de Schone en Jo hanna van Arragon en aan de achterzijde in grisaille afbeeldingen van St.-Lieven (schutspa troon van Zierikzee en St.-Maarten. Het kunstwerk was destijds door de familie Cats ge- 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 1985 | | pagina 87