land van de zeemeermin had gegeven. J. A. Brandenbarg compareert met een belangrijk ar
tikel over Job Gommersz, de rederijker van Nieuwerkerk en vereerder van de heilige moe
der Anna. Dr. De Vin is als altijd paraat voor het dialect. Dr. Van Hoorn, die over de Zierik-
zeese arts Lemnius promoveerde, schrijft over verloskunde. De predikant Rotte plaatst
kanttekeningen bij de Afscheiding op het eiland.
Uil en Halbertsma dragen bij over de St. Lievenmonsterkerk te Zierikzee. Bijzonder aardig
is de bijdrage van Lokker over de vurige patriot uit Burgh, Aart van den Broecke. Het be
langrijke terrein Brabers wordt onder de loupe genomen door Trimpe Burger. De journalist
Bij de Vaate en de dijkgraaf Geluk belichten de ramp van 1953. En dit is maar een greep.
De kroniek staat in het teken van de zeemeermin en dat is goed, want we moeten aan haar
heel wat schuld vereffenen in de vorm van goede bijdragen. De wraak van de meerman is zo
zoetjesaan wel gestild. Huizinga heeft al gezegd, dat de geschiedenis in feite een beschrij
ving van rampen is. Wie thans over Schouwen-Duiveland rijdt, kan zich amper de ramp van
1953 voor de geest halen. De herverkaveling en de wederopbouw, de bouw van de boerde
rijen, de opheffing van het isolement zouden onderwerpen voor nieuwe bijdragen kunnen
vormen. De competente redactie, geholpen door de muze der geschiedenis, zal gaarne bij
dragen tegemoet zien. Op naar een nieuw lustrum.
6